Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
7.1 welke financiele beslissingen neem je?
02-06-23
Voorbereiden SO begrippen ho 7
07-06-23
Paragraaf 8.1
09-06-23
SO begrippen ho 7 verder ho 8
14-06-23
Paragraaf 8.2
16-06-23
Paragraaf 8.3
21-06-23
Paragraaf 8.4
23-06-23
Herhalen ho 8 voor toets week
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
economie bedrijfseconomie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
02-06-23
Voorbereiden SO begrippen ho 7
07-06-23
Paragraaf 8.1
09-06-23
SO begrippen ho 7 verder ho 8
14-06-23
Paragraaf 8.2
16-06-23
Paragraaf 8.3
21-06-23
Paragraaf 8.4
23-06-23
Herhalen ho 8 voor toets week
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 7 | Nu of later?
7.1 Welke financiële beslissingen neem je?
7.2 Je leven lang naar school?
7.3 Wat levert het op?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen ho 7
Je kunt uitleggen dat door scholing je verdiencapaciteit kan toenemen
Je kunt uitleggen dat er bij studeren sprake is van ruilen over de tijd
Je kunt uitleggen dat om aan het werk te blijven mensen een leven lang zich moet blijven scholen.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een stroomgrootheid en een voorraadgrootheid.
je kent de begrippen omscholing, herscholing en bijscholing
Slide 3 - Tekstslide
7.1 Welke financiële beslissingen neem je?
In je leven doorloop je verschillende fases.
Samen vormen deze levensfases je levensloop.
Levensloop:
Verloop van je leven. Tijdens je leven neem je verschillende financiële beslissingen.
Slide 4 - Tekstslide
Nu of later geld uitgeven?
Ruilen over de tijd
Sparen: je stelt je consumptie uit
Lenen: je vervroegt je consumptie
De prijs die je hiervoor betaalt (de prijs van de tijd) is rente
Ruilen over de tijd:
Hiervan is bijvoorbeeld sprake als iemand zijn
consumptie betaalt met geleend geld
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een levensloop?
A
Verloop van je leven. Tijdens je leven neem je beslissingen
B
Verloop van je leven. Tijdens je leven neem je verschillende financiële beslissingen
C
Verloop van je leven. Hoe je consumeert
D
Verloop van je leven. Hoe je consumeert en nadenkt over de toekomst
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van ruilen over de tijd? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Geld sparen voor later
B
Geld lenen om nu de auto kopen
C
Geld lenen om je studie te kunnen betalen
D
A, B en C zijn goed
Slide 8 - Quizvraag
Maak de levensloop
Hypotheek
Lenen voor studie
Pensioenopbouw
Sparen tijdens je jeugd
Levensloop: 67 jaar
Slide 9 - Sleepvraag
Sleep de zinnen naar de juiste grootheden
Voorraadgrootheden
Stroomgrootheden
Totale inkomsten van je bijbaan
Je bekijkt het saldo op je betaalrekening
Een ondernemer berekent de winst
Je berekent hoeveel geld je moet aflossen op je studielening
Slide 10 - Sleepvraag
voorbeelden
Stroom- en voorraadgrootheden
Slide 11 - Woordweb
Een voorbeeld van ruilen over tijd is:
A
Appels ruilen voor peren
B
Ik koop nu auto en ik leen daarvoor geld.
C
Ik ga eerst sparen zodat ik later een auto kan kopen.
D
Ik koop nu een auto en ik betaald die meteen.
Slide 12 - Quizvraag
Een stroomgrootheid wordt gemeten..
A
Op een moment
B
Over een periode
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een voorraadgrootheid?
A
De belastinginkomsten van de overheid in 2021
B
De inkomsten uit je bijbaantje in een bepaalde maand
C
Het saldo op jouw betaalrekening
D
De winst van een bedrijf in januari 2020
Slide 14 - Quizvraag
Je leven lang naar school?
De leerplichtwet verplicht iedereen na een bepaalde leeftijd naar school te gaan.
Motieven voor verdere
scholing
kunnen zijn:
Interesse
Geld verdienen = toename verdiencapaciteit
Scholing:
Het volgen van een opleiding, cursus of training.
Human capital:
De mate waarin kennis en vaardigheden bij iemand aanwezig zijn.
Verdiencapaciteit
:
De mate waarin je in staat bent om inkomen te verdienen.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het gemiddelde startsalaris van een HBO-er?
A
€1500 - €2000 bruto
B
€1600 - €2100 bruto
C
€1700 - €2200 bruto
D
€1800 - €2500 bruto
Slide 16 - Quizvraag
Waarom neemt je verdiencapaciteit toe als je naar school gaat?
Slide 17 - Open vraag
Studiefinanciering
Vanaf het moment dat je op HBO of Universiteit gaat studeren kun je
studiefinanciering
krijgen
Studiefinanciering bestaat uit een drie onderdelen: aanvullende beurs, Studenten OV en een Lening
Slide 18 - Tekstslide
Herscholing:
Het opfrissen van bestaande kennis en vaardigheden.
Bijscholing:
Het toevoegen van nieuwe vaardigheden en kennis aan bestaande kennis en vaardigheden
Omscholing:
Het leren van een geheel nieuw beroep.
Slide 19 - Tekstslide
Bijscholing
Omscholing
herscholing
Frans is verpleegkundige maar doet nu een studie om docent biologie te worden.
Joke gaat een cursus leiding geven doen zodat ze door kan groeien naar de functie van teamleider op haar afdeling.
Luuk heeft een herhalingscursus over het besturingssysteem dat binnen het bedrijf wordt gebruikt.
Een installateur volgt een opleiding om op zijn werk ook zonnepanelen te kunnen installeren.
Een taxichauffeur doet een opleiding om zijn vrachtwagenrijbewijs te halen.
Slide 20 - Sleepvraag
Een timmerman verkoopt zijn bedrijf, gaat Frans leren en begint een camping in Frankrijk.
A
Omscholing
B
Bijscholing
C
Herscholing
Slide 21 - Quizvraag
Een docent wiskunde gaat opnieuw studeren om ook les te kunnen geven in natuurkunde.
A
Omscholing
B
Bijscholing
C
Herscholing
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Wat is investeren?
A
Aanschaf van kapitaalgoederen
B
Inkomsten en uitgaven
C
De prijs van geld
D
Bezittingen en schulden
Slide 25 - Quizvraag
Rente noemen we?
A
Aanschaf van kapitaalgoederen
B
Inkomsten en uitgaven
C
De prijs van geld
D
Bezittingen en schulden
Slide 26 - Quizvraag
Innovatie
A
Het succesvol introduceren van nieuwe producten of productieprocessen
B
Een ander woord voor investeren
C
Goedkopere oude kapitaal goederen aanschaffen
D
De prijs van geld
Slide 27 - Quizvraag
De reële rente is hoger dan de nominale rente
Leerdoel 5
A
er is sprake van inflatie
B
er is sprake van deflatie
C
de spaarrente is hoger dan de kredietrente
D
dit kan helemaal niet
Slide 28 - Quizvraag
Leerdoelen 7.4
Je kunt, met gebruik van voorbeelden, uitleggen wat de rijksbegroting is.
Je kunt voorbeelden geven van uitgaven van de collectieve sector.
Je kunt uitleggen dat de overheid ruilt over de tijd door een begrotingstekort of -overschot.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag
Maak voor jezelf een planning hoe je de begrippen gaat leren
ga aan de slag met het leren van de begrippen paragraaf 7.1 en 7.2
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
HAVO 3 par 7.2 je leven lang naar school
Mei 2021
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HAVO3 par 7.2 je leven lang naar school
Maart 2022
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Economie Week 13 - Hoofdstuk 7 - 7.1 en 7.2
Maart 2020
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
Paragraaf 7.2 Je leven lang naar school?
Juli 2022
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Paragraaf 7.2 Je leven lang naar school?
Mei 2022
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3V: 7.1 + 7.2 (deel 1)
Juni 2024
- Les met
27 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Paragraaf 7.2 Je leven lang naar school?
Maart 2022
- Les met
22 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H7.1 + 7.2 Je leven lang naar school?
April 2022
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3