Je beschrijft de leefbaarheid van een gebied aan de hand van kenmerken.
Je verklaart de leefbaarheid van jouw eigen leefgebied.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Criteria
Je beschrijft de leefbaarheid van een gebied aan de hand van kenmerken.
Je verklaart de leefbaarheid van jouw eigen leefgebied.
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je onthouden van de vorige les?
Slide 2 - Woordweb
Vorm
De vorm van een diagram geeft informatie over de bevolking.
Piramide
Een bevolkingsdiagram met de vorm van een piramide heeft onderaan veel mensen en bovenaan weinig: veel jongeren en weinig ouderen. Er is een hoog geboortecijfer. Er is een snelle groei vanwege de vele jongeren. Dit past bij een arm land.
Granaat
Een bevolkingsdiagram met de vorm van een granaat heeft ten opzichte van de ouderen relatief minder jongeren. Er is een langzame, afnemende groei. Dit past bij een opkomend land.
Urn
Een bevolkingsdiagram met de vorm van een urn heeft weinig jongeren, terwijl de mensen wel oud worden. Het geboortecijfer (= hoeveel kinderen er worden geboren) daalt en er is een sterfteoverschot (= er sterven meer mensen dan dat er kinderen geboren worden). Er is stilstand of afname van de bevolking. Dit diagram past bij een rijk land.
Slide 3 - Tekstslide
Leefbaarheid
- fysieke omgeving
- voorzieningen
- woningen
- bewoners
- veiligheid
Slide 4 - Tekstslide
Fysieke omgeving
De bebouwing
De opbouw van een wijk
De soorten huizen die er staan
Slide 5 - Tekstslide
Als er in een wijk brede straten zijn waar je alle ruimte hebt om te fietsen, dan is de leefbaarheid:
A
slecht
B
goed
Slide 6 - Quizvraag
Voorzieningen
De dingen die je nodig hebt:
school, ziekenhuis, supermarkt en winkels, theater en bioscoop, restaurants
Hoe dichterbij, hoe beter!
Slide 7 - Tekstslide
Als je met de auto 15 minuten moet rijden naar de dichtstbijzijnde supermarkt, dan zijn de voorzieningen:
A
Goed
B
Slecht
Slide 8 - Quizvraag
Woningen
Blijven de mensen er lang wonen?
Hoe ziet het eruit?
Zijn er veel koop- of huurhuizen?
Slide 9 - Tekstslide
Als mensen maar een paar jaar in hun huis blijven wonen en het dan weer verkopen, dan is de leefbaarheid:
A
Goed
B
Slecht
Slide 10 - Quizvraag
Bewoners
- werken de mensen die er wonen?
- hebben ze veel sociaal contact?
- Helpen de mensen elkaar?
Slide 11 - Tekstslide
Als er in de wijk elk jaar een buurtfeest wordt gegeven, dan is de leefbaarheid
A
Goed
B
Slecht
Slide 12 - Quizvraag
Veiligheid
Subjectieve veiligheid = voel je je veilig
Objectieve veiligheid = cijfers, hoeveel misdaad
Slide 13 - Tekstslide
Noem één voorbeeld uit jouw wijk hoe ze proberen de subjectieve veiligheid te vergroten
Slide 14 - Open vraag
Terugdenker: je ging de wijk bekijken hier bij school. Vertel iets over de leefbaarheid en noem de aspecten
Slide 15 - Open vraag
Criteria
Je legt uit wat sociale bevolkingsgroei is.
Je beschrijft verhuismotieven van immigranten.
Je beschrijft motieven voor emigratie vanuit Nederland
Slide 16 - Tekstslide
Bevolkingsgroei
Natuurlijk = geboorte en sterfte
Sociaal = migratie en emigratie
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Noem twee redenen waarom mensen naar Nederland migreren