Bodem en bemesting N2

Bodem en bemesting N2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bodem en bemesting N2

Slide 1 - Tekstslide

Toetsvragen bodem
Grasland en voedergewassen, leereenheid bodem.
Dit vak hebben jullie van meneer Makkenze gehad. 

Slide 2 - Tekstslide

Bod 1: Waaruit bestaat veengrond?
A
zanddeeltjes
B
onverteerde plantenresten
C
verteerde plantenresten
D
kleideeltjes

Slide 3 - Quizvraag

Bod 2: Zand, veen en klei zijn grondsoorten. Beschrijf voor één grondsoort hoe deze grond in het verleden ontstaan is.
Noem het effect van bijvoorbeeld zee, rivieren, ijs of wind.

Slide 4 - Open vraag

Bod 3: Kies één grondsoort (klei, veen of zand) uit een vertel 1 voordeel en 2 nadeel van die grond.

Slide 5 - Open vraag

Bod 4: Wanneer wordt de grondsoort klei genoemd?
A
Als er veel organische stof in zit.
B
Als er veel lutum in zit.
C
Als er veel zand in zit.

Slide 6 - Quizvraag

Bod 5: Grond bestaat uit meerdere onderdelen. Waaruit bestaat staat grond?
A
Anorganische stof, organische stof, water en lucht
B
Bodemleven, meststoffen, water en lucht
C
Anorganische stof, waterstof, lucht en stenen
D
Water, anorganische stof, mest, zand

Slide 7 - Quizvraag

Bod 6: Er zijn 3 groepen regenwormen: strooiselbewoners, bodembewoners, pendelaars. Vertel van één groep wormen waar deze leeft en wat deze doet.

Slide 8 - Open vraag

Bod 7: Hoeveel kg bodemleven zit er in een hectare grasland?
A
1500 kg
B
3500 kg
C
3000 kg
D
4000 kg

Slide 9 - Quizvraag

Bemesting - Juist / onjuist
Hierna staan stellingen over mest, geef aan of ze juist of onjuist zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Bemesting 5 - Juist / onjuist:
"Kunstmest (KAS) is in vergelijking met dierlijke mest sneller beschikbaar voor de plant".
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Bemesting 6 - Juist / onjuist:
"Drijfmest bevat geen organische stof. "
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Bemesting 7 - Juist / onjuist
"Vaste mest zorgt voor veel organische stof in de bodem."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Bemesting 8 - Juist / onjuist "Voedingsstoffen in drijfmest zijn allemaal direct door de plant opneembaar."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Bemesting 9 - Juist / onjuist
"Vaste mest spoelt bij hevige regenval sneller uit dan kunstmest."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Bemesting 10 - Hoeveel procent van de toegediende dierlijke mest is ongeveer werkzaam?
A
30%
B
50%
C
70%
D
90%

Slide 16 - Quizvraag

Bemesting 11 - Hoeveel procent van de stikstof uit drijfmest is direct bij de eerste snede beschikbaar?
A
30%
B
50%
C
70%
D
90%

Slide 17 - Quizvraag

Bemesting 12- Wat is de vuistregel voor de hoeveelheid N en P per m3 drijfmest?
In één kuub drijfmest zit:

Slide 18 - Open vraag