Herhaling Hfdst,2

Herhaling Hfdst,2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling Hfdst,2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag- en aanbodlijn
  • De vraaglijn heeft een dalend verloop (begin V)
  • De aanbodlijn heeft een stijgend verloop (kun je A van maken)
  • Op het snijpunt is er evenwicht (prijs en hoeveelheid kun ja aflezen)


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen tekenen vraaglijn
Tekenen van de vraaglijn in stappen:
1. Bepaal het beginpunt door Q = 0, 
     je rekent vervolgens P uit met de balans methode.
2. Bepaal het eindpunt, door een P = 0 in te vullen in de Qv    
     formule
3. De uitkomst van 1 en 2, kun je gebruiken om in te schatten 
    hoe breed en hoog je grafiek wordt. Teken de lijn in de grafiek. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschuiving 
langs de vraaglijn
Als de prijs wijzigt (en de rest blijft hetzelfde), dan zal de vraag veranderen. 

Een verschuiving LANGS de vraaglijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschuiving van de vraaglijn

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschuiving vraaglijn
Bedenk je steeds goed: 
Neemt de vraag toe of af als de prijs gelijk blijft?

Neemt de vraag toe? -> vraaglijn verschuift naar rechts
Neemt de vraag af? -> vraaglijn verschuift naar links

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken verschuiving vraaglijn:

De vraaglijn kan naar rechts of links verschuiven als:

- een subsitutiegoed duurder of goedkoper wordt

- een complementair goed goedkoper of duurder wordt

- het inkomen / budget stijgt of daalt

- de behoeften toe- of afnemen

- Product of dienst erg in trek


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Consumentensurplus 
Het consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid en de marktprijs.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het surplus - Berekenen

Omvang driehoekje:

(Lengte x breedte)
                  2
of
 L x B x 1/2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complementaire en substitutie goederen
Substitutie goederen
Goederen die elkaar kunnen vervangen bij het vervullen van een behoefte. Bijvoorbeeld thee is een substituut voor koffie. 

Complementaire goederen
Goederen die elkaar aanvullen. Bijvoorbeeld suiker en melk zijn complementair aan koffie. 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule Prijselasticiteit van de vraag

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijselasticiteit:
Ev =

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitkomst prijselasticiteit

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijselasticiteit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomenselasticiteit

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomenselasticiteit

De inkomenselasticiteit geeft weer hoe (sterk) de gevraagde hoeveelheid reageert op een verandering van het inkomen.






Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitkomst Inkomenselasticiteit (Ei)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten goederen
  • Luxe goederen => inkomenselasticiteit >1
  • Inferieure goederen => Goederen waarvan de consument minder gaat kopen als hun inkomen stijgt.
  • Noodzakelijke (primaire) goederen =>
0 < inkomenselasticiteit < 1
  • Indifferente goederen => inkomenselasticiteit = 0 Geen verband tussen oorzaak en gevolg.


Slide 19 - Tekstslide

Luxe goederen: Als ons inkomen stijgt, gaan we er meer van kopen, bovendien reageert de vraag meer dan evenredig op de inkomensverandering.

Inferieure goederen: We gaan er minder van kopen wanneer ons inkomen stijgt. We ruilen inferieure goederen 

Noodzakelijke goederen: Bij inkomensstijging kopen we meer, maar de vraag reageert minder dan evenredig op de inkomensverandering.



Er is geen relatie. Een verandering van het inkomen heeft geen effect op de vraag.