Economie 4VWO 2e periode (Pepijn)

Goedemorgen 4V!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen 4V!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Bespreken 2.5
-Uitleg 2.1 (consumentensurplus)
-Opgave 2.6  maken
-Takeaways

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken opgave 2.5

Slide 3 - Tekstslide

Consumentensurplus
- De prijsvraaglijn geeft de betalingsbereidheid van een product/dienst weer.
- Consumentensurplus = Verschil tussen betalingsbereidheid vaneen product/dienst en de daadwerkelijke prijs die betaald moet worden voor dat product/dienst.

Slide 4 - Tekstslide

Berekenen en bepalen van het consumentensurplus

Slide 5 - Tekstslide

Maken opgave 2.6

Slide 6 - Tekstslide

Takeaways
  • Consumentensurplus
  • Consumentensurplus tekenen en berekenen
  • Huiswerk opgave 2.7

Slide 7 - Tekstslide

Goedemorgen 4V!

Slide 8 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg 2.2 vraagbepalende factoren + maken opdracht 2.8
  • Uitleg verschuiving VAN en Langs prijsvraaglijn
  • Groepsopdracht maken en bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk opgave 2.7
  • Qv= -7,5p+150
  • Qv=-7,5*0+150
  • Qv=150, bij p=0'

  • Qv=-7,5p+150
  • 0=-7,5p+150
  • 7,5p=150
  • P=20, bij Qv=0

Slide 10 - Tekstslide

Welk land is welvarender?
A
Grafiek links
B
Grafiek rechts
C
Even welvarend
D
Kan je niet zeggen aan de hand van de grafiek

Slide 11 - Quizvraag

Hst 2.2 Vraagbepalende factoren
  1. Besteedbaar inkomen
  2. Voorkeuren 
  3. Prijzen van andere producten
  4. Aantal vragers
  5. Verwachtingen 
Verandering in de bovenstaande factoren betekent dus dat er een verandering plaatsvindt in de betalingsbereidheid van een consument. Hierdoor zal de prijsvraaglijn ook verschuiven

Slide 12 - Tekstslide

Ongeacht het inkomen van mensen verkiest een groot deel een camping boven een all-in hotel. Hier wordt de vraag bepaald op basis van....
A
besteedbaar inkomen
B
prijzen van andere producten
C
verwachtingen
D
voorkeuren

Slide 13 - Quizvraag

Op een terrasje in Frankrijk zit Jantje in het zonnetje. Jantje verkiest in Frankrijk altijd Orangina boven Sinas. Hier wordt de vraag bepaald door....
A
prijzen van andere (substitutie) producten
B
voorkeuren
C
besteedbaar inkomen
D
verwachtingen

Slide 14 - Quizvraag

Maak opgave 2.8

Slide 15 - Tekstslide

Verschuiving van en langs de vraaglijn
VAN de vraaglijn
-Een vraagbepalende factor veranderd.

--> Terwijl Prijs het zelfde blijft, stijgt/daalt de gevraagde hoeveelheid.
LANGS de vraaglijn
-Prijs neemt toe/af.

--> Gevraagde hoeveelheid daalt/stijgt

Slide 16 - Tekstslide

Van de vraaglijn
Langs de vraaglijn

Slide 17 - Tekstslide

Substitutie & complementaire goederen
Opdracht: Een gaat, de rest blijft
  • In je groepje ga je onderzoeken wat er gebeurd met de prijsvraaglijn als:
 1. De prijs van een complementair goed stijgt/daalt
2. De prijs van een substitutiegoed stijgt/ daal
Hier ga je op de volgende manier antwoord op geven:
  • Kies een product met een bijpassend complementair / substitutiegoed
  • Teken in een grafiek de prijsvraaglijn van dit product
  • Schets vervolgens voor het complementaire / substitutie goed wat er gebeurd met de prijsvraaglijn als de prijs van het het product stijgt en als het daalt.
  • Beschrijf wat er gebeurd en vooral ook waarom dat gebeurd

Slide 18 - Tekstslide

Takeaways
  • Consumentensurplus expert
  • Vraagbepalende factoren
  • verschuiving van en langs de vraaglijn 
  • Huiswerk 2.13

Slide 19 - Tekstslide

Goedemiddag 4V!

Slide 20 - Tekstslide

Vandaag
-Korte herhaling vorige week
-Uitleg 2.3 prijselasticiteit 
- Opgave 2.15
-Takeaways

Slide 21 - Tekstslide

Als de prijs van een cola afneemt, zal de vraag naar cola....
A
Toenemen, verschuiving langs de vraaglijn
B
Toenemen, verschuiving van de vraaglijn
C
Afnemen, verschuiving van de vraaglijn
D
Afnemen, verschuiving langs de vraaglijn

Slide 22 - Quizvraag

Cola en fanta zijn ......... goederen. Dat betekent dat als de prijs van Fanta toeneemt, er een verschuiving...... de prijsvraaglijn van cola naar......... plaatsvindt
complementaire
Substitutie
Van
Langs
onder
boven
links
rechts

Slide 23 - Sleepvraag

Goedemiddag 4V

Slide 24 - Tekstslide

Vandaag 
-opgaves afmaken prijselasticiteit (+-30min)
-uitleg kruislingse en inkomenselasticiteit

Slide 25 - Tekstslide

Opgaves afmaken prijselasticiteit

Slide 26 - Tekstslide

Kruislingse prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid
  • kruislingse prijselasticiteit geeft aan wat er met de vraag gebeurd van bijv. een complementair/substitutie goed als er een prijsverandering plaatsvindt van het "originele" product
  • formule: Ek = %verandering gevraagde hoeveelheid product A
    %verandering prijs product B
  • Ek>0 --> substitutiegoederen (prijs laptops stijgt, vraag tablets stijgt)
  • Ek<0 --> complementaire goederen (prijs laptops stijgt, vraag muis daalt)
Denk aan verschuiving van de vraaglijn van complementaire/substitutiegoederen bij een prijsverandering

Slide 27 - Tekstslide

Afgelopen maand is de prijs van een laptop met 15% toegenomen, de kruislingse prijselasticiteit Ek=-0.4. Wat is er met de vraag van de muis gebeurd?
A
+37.5
B
+6
C
-6
D
-37.5

Slide 28 - Quizvraag

Inkomenselasticiteit van de vraag
  • inkomenselasticiteit geeft het verband aan tussen de %verandering van het inkomen en de %verandering van gevraagde hoeveelheid. 
  • formule: Ey = %verandering van de gevraagde hoeveelheid
    %verandering van het inkomen
geeft aan in welke mate de consument reageert op inkomensverandering.

Slide 29 - Tekstslide

4 soorten producten
  • Noodzakelijke (primaire) producten
    -Zodra inkomen toeneemt zal de vraag naar deze producten relatief zwak toenemen
  • Inferieure producten:
    -Zodra inkomen toeneemt zal de vraag naar deze producten relatief sterk afnemen
  • Luxeproducten:
    -Zodra inkomen toeneemt zal de vraag naar deze producten relatief sterk toenemen
  • inkomensonafhankelijke producten
    -Hier gebeurd er niets met de vraag als inkomen verandert 

Slide 30 - Tekstslide

Wij gaan pas op skivakantie bij een inkomen van € 3.000,- per maand
Het maakt niet hoeveel ik verdien, ik gebruik evenveel paracetamol
Wij gaan minder bruine bonen eten als ons inkomen met € 500,- stijgt
In verhouding ga ik niet veel meer koffie drinken als ik € 500,- meer ga verdienen
Inkomens-onafhankelijk
Luxe
Noodzakelijk
Inferieur

Slide 31 - Sleepvraag

Goedemorgen 4V!

Slide 32 - Tekstslide

Vandaag
-huiswerk bespreken (opgave 2.27)
-korte herhaling vorige gister
-oefenopgaves maken voor tentamen

Slide 33 - Tekstslide

opgave 2.27

Slide 34 - Tekstslide

Als de kruislingse prijselasticiteit groter dan 0 is (Ek>0) dan....
A
Stijgt de prijs van pannenkoeken, en daalt de vraag naar poedersuiker
B
Daalt de prijs van pannenkoeken, daalt de vraag naar poedersuiker
C
Stijgt de prijs van pannenkoeken, stijgt de vraag naar poffertjes
D
Daalt de prijs van pannenkoeken, daalt de vraag naar poffertjes

Slide 35 - Quizvraag

Zodra het besteedbaar inkomen toeneemt zal er bij deze productcategorie een relatief sterke afname in de vraag zijn
A
Normale producten
B
Inkomensonafhankelijke producten
C
Luxe producten
D
Inferieure producten

Slide 36 - Quizvraag

Maken opgave 2.30

Slide 37 - Tekstslide

Maken opgave 2.33

Slide 38 - Tekstslide