Toetsbespreking KGT H4

Telefoon heb je zo nodig!

We gaan de toets bespreken.
Pak alleen een potlood voor je.
Zet een kruisje voor de vraag als je denkt dat je meer punten verdient.
Vragen stellen pas na de bespreking!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Telefoon heb je zo nodig!

We gaan de toets bespreken.
Pak alleen een potlood voor je.
Zet een kruisje voor de vraag als je denkt dat je meer punten verdient.
Vragen stellen pas na de bespreking!

Slide 1 - Tekstslide

Ben je tevreden met je resultaat?
Ja
Nee

Slide 2 - Poll

Ben je tevreden met je voorbereiding?
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

De volgende keer ga ik:
Beter leren
Hetzelfde leren

Slide 4 - Poll

1. Neem de letters A-C-E en cijfers 2-4-6 over op je antwoordblaadje en vul de juiste omschrijving of begrip in bij het de letter of cijfer. (3 punten)
A. Protestant
2. Vernielingen en plunderingen van katholieke kerken en kloosters in de Nederlanden in 1566.
C. Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
4. Iemand die andere ideeën heeft over het geloof dan de katholieke kerk.
E. Gewest
6. Een kruid uit Azië, dat gebruikt kan worden als geneesmiddel of in het eten.

Slide 5 - Tekstslide

2. Vanaf 1450 maakten Europeanen steeds verdere reizen op open zee.
Noem twee verbeteringen in de scheepsvaart die dit mogelijk maakten. (2 punten) 

- er kwamen betere kaarten
- ze gebruikten een kompas

Slide 6 - Tekstslide

3. Gebruik bron 1.
Op de kaart staan drie ontdekkingsreizen. Welke reis maakte Columbus en welke reis maakte Vasco da Gama? Schijf de naam van elke ontdekkingsreiziger op en daarachter de juiste letter. (2 punten)

Columbus: B
Vasco Da Gama: A

Slide 7 - Tekstslide

4. Om welke reden gingen de Portugezen vanaf het midden van de 15e eeuw op ontdekkingsreis? (1 punt)

A. Ze wilden een eigen route naar Amerika ontdekken om daar specerijen te kopen.
B​. Ze wilden geld verdienen met de handel in producten uit Azië.
C​. Ze wilden voedsel uit Azië halen, omdat er in Portugal tekorten waren.
D. ​Ze wisten dat heersers in Azië alleen handel wilden drijven met de Portugezen. 

Slide 8 - Tekstslide

5. Iemand doet een uitspraak over de gevolgen van de ontdekkingsreizen. Hij zegt: ‘Voor de bevolking van Zuid-Amerika was de komst van de Europeanen nadelig.’
  Leg met twee voorbeelden uit dat deze uitspraak klopt. (2 punten) 

De uitspraak klopt, omdat (twee van de volgende voorbeelden):
  - Europeanen hun land veroverden en gingen besturen;
  - de bevolking als slaven moest werken op plantages of in mijnen;
  - veel mensen stierven aan besmettelijke ziektes;
  - veel mensen stierven door oorlogen;
  - de cultuur / godsdienst van de bevolking met opzet werd vernietigd.

Slide 9 - Tekstslide

6.  Geef de definitie van de volgende begrippen: A. kolonie; B. handelspost. (2 punten)


A. Een gebied dat is veroverd en waar Europeanen het bestuur regelden en voor langere tijd gingen wonen.

B. Plek aan de nieuw ontdekte kusten van Azië en Afrika met een fort, haven, pakhuis en enkele woningen.

Slide 10 - Tekstslide

7. Leg uit op welk idee in de katholieke kerk de schrijver van bron 2 kritiek heeft. (2 punten)


De schrijver heeft kritiek op het idee dat de mens vergeving kan krijgen door geld te geven aan de kerk / door van de paus vergeving te kopen. (1p) 
De schrijver vindt dit verkeerd, want hij schrijft dat zo niet iedereen vergeving kan krijgen / dat zo de armen geen vergeving kunnen krijgen / dat dit als doel heeft om rijk te worden. (1p)

Slide 11 - Tekstslide

8. De monnik Maarten Luther zou het eens zijn met de schrijver van bron 2. Maar Luther had nog meer kritiek op de kerk. Noem twee andere zaken die Luther verkeerd vond in de katholieke kerk. (2 punten)



- Dat alleen geestelijken de Bijbel lazen. / Dat de Bijbel in het Latijn was geschreven. (1p)

- Dat er heiligen / heiligenbeelden werden vereerd. (1p)

Slide 12 - Tekstslide

9. Wat was een gevolg van de kritiek van Maarten Luther op de katholieke kerk? (1 punt)

A​. De hervorming werd afgeschaft.
B​. De verering van heiligen stopte.
C​. Er kwam een nieuwe paus.
D​. Er ontstond een protestantse kerk.

Slide 13 - Tekstslide

10. Hieronder staan vier uitspraken over de Nederlanden rond 1550.
Geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.
 (2 punten)


A. ​De Nederlanden bestonden uit zeventien gewesten. Juist.
B​. De stadhouders waren in dienst van de gewesten en de steden. Onjuist.
C​. De Nederlanden werden bestuurd door een koning. Juist.
D​. In de Nederlanden was een centraal bestuur. Onjuist.
  1p, 3 of 4 fouten = 0p


Slide 14 - Tekstslide

Gebruik bron 3.
11. Op de brandstapel worden twee ketters verbrand. Door wie worden zij ‘ketters’ genoemd: door protestanten of katholieken? Leg je antwoord uit. (1 punt)


De mensen op de brandstapel worden door de katholieken zo genoemd, want een ketter is iemand die andere ideeën heeft dan de katholieke kerk / want in 1554 waren de Nederlanden katholiek en kon de katholieke kerk mensen vervolgen die andere ideeën hadden dan zij had. 

Slide 15 - Tekstslide

12. In de 16e eeuw werden mensen steeds ontevredener over het bestuur in de Nederlanden.
Leg uit welke oorzaak voor deze groeiende ontevredenheid je ziet in bron 3. ( 1 punt)





Veel Nederlanders vonden dat de protestanten te wreed vervolgd werden door de Spaanse koning.  

Slide 16 - Tekstslide

13. In 1584 liet Filips II Willem van Oranje vermoorden. Om welke reden liet Filips Willem vermoorden? (1 punt)


A​. Hij had de hertog van Alva gesteund.
B. ​Hij had Den Briel veroverd.
C​. Hij was de leider van de Opstand.
D. ​Hij was een beroemd katholiek.

Slide 17 - Tekstslide

14. Gebruik bron 4. De Opstand tegen Spanje duurde tachtig jaar. In bron 5 is een oorzaak te zien voor de lange duur van de Opstand. Leg dat uit. (2 Punten)




In bron 4 zie je dat steden goed werden beschermd door een gracht en stevige muren. (1p) Dat leidde ertoe dat de Opstand lang duurde, want het duurde lang en kostte veel geld om zulke steden te veroveren. (1p) 

Slide 18 - Tekstslide

15. In 1588 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen.
Wat was een gevolg van die gebeurtenis? (1 punt) 



A​. De opstandige gewesten werkten voortaan samen.
B​. Gewesten hadden eigen wetten en regels.
C​. Rijke burgers hadden voortaan de hoogste macht.
D​. Spanje en de Nederlanden tekenden de vrede.

Slide 19 - Tekstslide

16. Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde, van vroeger naar later. (2 punten)


A. ​De noordelijke gewesten worden een republiek.
B. ​De opstandelingen veroveren Den Briel.
C​. Filips II wordt koning van Spanje en heer van de Nederlanden.
D​. In Antwerpen vernielen mensen beelden van heiligen in kerken.
E. ​Willem van Oranje vlucht naar zijn landgoed in Duitsland.

C, D, E, B, A.

Als je bij het weglaten van 1 fout een goede volgorde hebt: 1 punt.

Slide 20 - Tekstslide