2 .11 Woordenschat

Woordenschat


Woordenschat blok 2
blz: 80
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat


Woordenschat blok 2
blz: 80

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Leerdoelen bespreken 
Nieuwe woorden woordenschat/ uitdrukkingen
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
-begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden
-begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit de leestekst

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk taalgebruik

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk taalgebruik

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LETTERLIJK


precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK


er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles



Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles


FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Figuurlijk taalgebruik

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek
Als je een uitdrukking niet begrijpt, kan je het opzoeken in een woordenboek.

Zoek dan bij het belangrijkste woord in het woordenboek.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De appel valt niet ver van de boom

Slide 11 - Open vraag

Betekent dat kinderen, wat betreft het karakter, op de ouders lijken.
Blind vertrouwen op iemand

Slide 12 - Open vraag

bij 'blind vertrouwen' wordt de mogelijkheid dat iemand je toch in de steek zal laten over het hoofd gezien.
Brood op de plank hebben

Slide 13 - Open vraag

brood op de plank hebben en je brood verdienen hebben dezelfde betekenis als de kost verdienen
Een kat in de zak kopen

Slide 14 - Open vraag

Iets kopen wat erg tegenvalt of heel snel kapotgaat', 'een miskoop doen'.
1 toeneemt (toenemen) 
2 heeft behoefte aan (behoefte hebben aan) 
3 vertonen
4 past toe (toepassen) 
5 afnemen
6 ontwijkt (ontwijken)
7 slechts
8 tevens
9 compleet
10 deels

           Woordenschat blz: 80
Opdracht 1

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 
1, 2, 3 en 4
blz: 80 t/m 82

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra woorden woordenschat
blijkt
zijn sociaal
beweerd
experiment
deelnemen aan
bewust
aansporen
gesteund
in de gaten had

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blijkt
als iets duidelijk wordt

Uit onderzoek blijkt dat de verdachte onschuldig is.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn sociaal
hebben gevoel voor andere mensen

Jij gedraagt je sociaal.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweert
gezegd dat het zo is

Dat beweert hij nou wel, maar ik geloof er niets van.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Experiment
proef om iets uit te proberen

Het bakken van deze cake was een experiment.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelnemen aan
meedoen aan iets

Hij neemt met zijn hele team deel aan het voetbaltoernooi.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewust
als je heel goed weet dat je het doet, met opzet

Ik sla dit hoofdstuk bewust over, omdat ik weet dat je er niets van leert.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aansporen
proberen iemand zijn best te laten doen

Iemand aansporen om geld te geven aan het goede doel.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesteund
geholpen

Ik steun al jaren het goede doel.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de gaten had
merkte, doorhad

Ik heb heel goed in de gaten waar jij mee bezig bent.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Blok 2 blz: 80
Figuurlijk taalgebruik - Woordenschat
Maak opdracht 1-6
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies