8.5 Straling nuttig gebruiken

8.5 Straling nuttig gebruiken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

8.5 Straling nuttig gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les
  • Uitleg 8.5
  • Aan de slag met de opdrachten
  • LessonUp vragen
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

VRIJDAG DE TOETS

Slide 3 - Tekstslide

Leervragen 8.4 Stralingsbescherming

  1. Wat is het gevaar van radioactieve stoffen? 
  2. Hoe werk je veilig met radioactieve stoffen?
  3. Wat doe je met radioactief afval?

Slide 4 - Tekstslide

Waar is de hoeveelheid straling die je ontvangt niet afhankelijk van?
A
Hoe lang je bestraalt wordt
B
De afstand tot de stralingsbron
C
De stof tussen jou en de stralingsbron
D
Geen enkel antwoord is goed

Slide 5 - Quizvraag

Welk bord betekent radioactieve stoffen?
A
B
C

Slide 6 - Quizvraag

wat moet je doen met radioactief afval
A
vuilnisbak
B
speciale opslag ruimte
C
onder de grond

Slide 7 - Quizvraag

De maximaal toegestane jaarlijkse dosis straling wordt uitgedrukt in mSv. Wat betekent deze afkorting?
A
meetbareSievert
B
meterSievert
C
milliSievert
D
maxiSievert

Slide 8 - Quizvraag

Leervragen 8.5 Straling nuttig gebruiken
  1. Hoe ontstaat een röntgenfoto? 
  2. Wanneer wordt een CT-scan gemaakt?
  3. Wat is een securityscan?
  4. Wat is een tracer?
  5. Hoe kun je door straling genezen?

Slide 9 - Tekstslide

1. Hoe ontstaat een röntgenfoto?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Rontgenfoto
  • Met straling kun je dingen onderzoeken die je niet met het oog kan zien 
  • Beeldsensor achter deel wat je wil zien
  • Röntgenapparaat zet je op lichaamsdeel
  • Zend straling uit 
  • Doorgelaten straling komt op beeldsensor

Slide 12 - Tekstslide

Rontgenfoto
  • Door ioniserende straling wordt beeld zwart
  • Botten en tanden laten straling moeilijk door
  • Waar geen straling komt wordt beeld wit
  • Hoe moeilijker het er doorheen gaat,                                                      hoe beter het is te zien op foto

Slide 13 - Tekstslide

Rontgenfoto
Voordeel: is goedkoop en je ontvangt kleine dosis straling

Slide 14 - Tekstslide

2. Wanneer wordt een CT-scan gemaakt?

Slide 15 - Tekstslide

CT-scan
  • Voor onderzoek aan zachter organen (hersenen) is röntgenfoto niet geschikt 
  • Organen die achter elkaar zitten zie je door elkaar heen 
  • CT = Computer Tomografie

Slide 16 - Tekstslide

CT-scan
  • Computer snijdt lichaam in plakjes en tekent elk stukje
  • Daarom ga je steeds klein stukje door de scan
  • Ring draait om je lichaam
  • Röntgenapparaat en beeldsensor 
  • Nadeel: meer straling
  • Voordeel: veel gedetailleerde 

Slide 17 - Tekstslide

3. Wat is een securityscan?

Slide 18 - Tekstslide

Securityscan
  • Je bagage wordt gecontroleerd door röntgenfoto
  • Jijzelf moet door securityscan
  •  Securityscan kijkt door de kleren heen, maar niet door het lichaam
  • Voordeel: je hoeft niet gefouilleerd                                                       te worden 

Slide 19 - Tekstslide

4. Wat is een tracer?

Slide 20 - Tekstslide

Tracer
  • Straling van radioactieve stoffen wordt in ziekenhuis gebruikt om diagnoses te stellen.
  • Hoe groot is de schildklier? Hoeveel spierweefsel van het hart is door hartaanval aangetast?

Slide 21 - Tekstslide

Tracer
  • Een radioactieve stof die gammastraling uitzendt wordt in lichaam gespoten 
  • Aan buiten kant van lichaam is te meten waar naartoe gaat
  • Je kunt het spoor van de stof in lichaam volgen = TRACER
  • Als de tracer op de juiste plaats is wordt een foto of filmpje gemaakt

Slide 22 - Tekstslide

5. Hoe kun je door straling genezen?

Slide 23 - Tekstslide

Genezen met straling
  • Kanker= cellen in je lichaam blijven zich maar delen
  • Veel cellen op één plek = tumor
  • Kanker kan je bestrijden met gammastraling
  • Groei van tumor wordt gestopt of vernietigd 
  • Gevaar? 
  • Ook gezonde cellen kunnen beschadigen 
  • Behandeling met straling = radiotherapie 

Slide 24 - Tekstslide

2 soorten straling
1. Uitwendige straling
  • patiënt ontvangt straling vanuit apparaat 
  • wordt op de tumor gericht 
  • wordt zo nauwkeurig mogelijk gericht om niet gezonde cellen te beschadigen 

Slide 25 - Tekstslide

2 soorten straling
2. Inwendige straling
  • radioactieve stoffen in je lichaam
  • gebeurd onder narcose
  • bijvoorbeeld via een naald
  • Voordeel: meer plaatselijk, minder gezonde cellen beschadigd 

Slide 26 - Tekstslide

Eerder klaar? 8.1 t/m 8.5 afmaken

KIJK OOK NA!

Slide 27 - Tekstslide

Maken 8.1 BLZ 60 opdracht 1 t/m 16 (7 en 8 niet)

Maken 8.2 BLZ 64 opdracht 3 t/m 15
Maken 8.3 BLZ 68 opdracht 1 t/m 15
Maken 8.4 BLZ 72 opdracht 4 t/m 19
Maken 8.5 BLZ 76 opdracht 3 t/m 19



Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag 
Wat: Maken 8.5 BLZ 76 opdracht 3 t/m 19
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 20 min 
Klaar: 1. Nakijken met boekje 2. zorgen dat je huiswerk van 8.1 t/m 8.4 ook af hebt 3. leren voor toets 

timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

De volgende lessen 
Morgen; herhaling heel H8
Vrijdag; toets H8 

Dinsdag; herhalen H7/8
Woensdag; herhalen H7/8
Donderdag; valt uit

Slide 30 - Tekstslide

Einde les 

Slide 31 - Tekstslide