Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Welke 4 vormen van het werkwoord ken je ?

Slide 2 - Woordweb

De zeven vormen van het werkwoord:
1. De persoonsvorm TT
2. De persoonsvorm VT
3. Het voltooid deelwoord
4. Het infinitief

Slide 3 - Tekstslide

Het kabinet wil werklozen inzetten in de zorg.

Welke vorm van willen is hier gebruikt?
A
PV TT
B
infinitief
C
gebiedende wijs
D
PV VT

Slide 4 - Quizvraag

Het kabinet wil werklozen inzetten in de zorg.

Welke vorm van inzetten is hier gebruikt?
A
PV TT
B
PV VT
C
voltooid deelwoord
D
infinitief

Slide 5 - Quizvraag

De leukste intocht van Sinterklaas is afgelopen zaterdag op televisie uitgezonden.

Welke vorm van uitzenden is in deze zin gebruikt?
A
infinitief
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord
D
gebiedende wijs

Slide 6 - Quizvraag

Hoe was het ook alweer?

Slide 7 - Tekstslide

De persoonsvorm
tegenwoordige tijd: stam of stam + t
hele werkwoord (meervoud)

verleden tijd: stam + te(n)
stam + de(n)
Gebruik 't kofschip
ik loop 
hij loopt
ik fiets-te
hij voetbal-de
't kofschip 

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord: gefietst, verbrand, gegaan
maak het voltooid deelwoord langer om te horen of de laatste letter een -d of een -t moet zijn (of gebruik het kofschip)


Slide 9 - Tekstslide

Het infinitief
Het infinitief is het hele werkwoord:
Zou jij je tegen corona laten inenten?
Het Nederlands elftal heeft eindelijk weer kunnen winnen.

Slide 10 - Tekstslide

De klas (worden) naar huis (sturen).
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Slide 11 - Open vraag

De verkiezing (worden) een dag eerder gehouden.
Kies het goede antwoord
A
word
B
wordt

Slide 12 - Quizvraag

De kapotte schoen moet (repareren) worden.
A
repareert
B
gerepareert
C
gerepareerd
D
repareerde

Slide 13 - Quizvraag

Zet je schoen maar bij de schoorsteen.

Welke vorm van zetten is gebruikt
A
PV TT
B
infinitief
C
PV VT
D
gebiedende wijs

Slide 14 - Quizvraag

Verdediger Stefan de Vrij (tonen) zich tevreden over het resultaat.
Welk antwoord is goed: PV VT
A
tonen
B
toonden
C
toonde
D
toont

Slide 15 - Quizvraag

Maken
Nieuw Nederlands Taalverzorging H1, H2, H3

Slide 16 - Tekstslide