22, 24 en 25 november - interview

Welkom!
- Lezen
- Boek kiezen om te lezen
- Je leert een presentatie beoordelen

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
- Lezen
- Boek kiezen om te lezen
- Je leert een presentatie beoordelen

Slide 1 - Tekstslide


Einde van de week: inzetcijfers!

Slide 2 - Tekstslide

Planning

21-11 t/m 25-11 - interview afnemen (en filmen!)
28-11 t/m 2-12 - uitwerken interview en presentaties in de klas
5-12 t/m 9-12 - reflectieverslag maken

Slide 3 - Tekstslide

kijken en luisteren H4
Doel 

Ik weet hoe ik een presentatie moet beoordelen.

Slide 4 - Tekstslide

Presentaties

Vanaf donderdag 1 december (volgende week dus!)

(Presenteer in je klas wie jullie gesproken hebben en wat deze persoon heeft verteld)

Slide 5 - Tekstslide

Boekverslag

- Deze week kies je een boek van de lijst 
- Dit boek moet je ná de kerstvakantie uit hebben
- Neem je boek mee naar school; elke les tien minuten lezen
- Je moet ook thuis lezen
- Na de kerstvakantie maak je een boekverslag

Slide 6 - Tekstslide

Boekverslag
- Boekenlijst is te vinden via de leerlingenportal

- Wil je een boek lezen dat niet op de lijst staat? Mail me!

Slide 7 - Tekstslide

Kijken en Luisteren H4
Je leert een presentatie beoordelen.

Als je feedback moet geven op een presentatie, let je niet alleen op de inhoud, maar ook op de manier van presenteren.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk vier - Kijken en luisteren

- Maken: startopdracht

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1
Neem het feedbackformulier over:

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Maken

Opdracht 1

Slide 12 - Tekstslide

Waar let ik op als iemand presenteert?

Slide 13 - Open vraag

presentatie 
  1. Zeg wat het onderwerp is.
  2. Zeg hoe de presentatie is opgebouwd (ik begin met, vervolgens, daarna enz.
  3.  Geef duidelijk aan wanneer je overgaat naar een ander deel van de presentatie.
  4. Sluit de presentatie goed af.

Slide 14 - Tekstslide

Verbale communicatie

  1. gebruik woorden die de luisteraars begrijpen (of leg ze uit)
  2. spreek rustig
  3. spreek duidelijk
  4. wissel je toonhoogte af (niet alles op dezelfde toon)

Slide 15 - Tekstslide

non-verbale communicatie
  1. sta rechtop.
  2. kijk het publiek aan.
  3. friemel niet met je handen.
  4. kijk opgewekt

Slide 16 - Tekstslide

Zo vorm je een ordeel over de inhoud van een presentatie

Is het onderwerp interessant, vernieuwend, actueel, passend bij het publiek e.d.?

Herken je een opbouw in het verhaal: inleiding, middenstuk en slot?
Legt de spreker verbanden in de tekst door het gebruik van signaalwoorden en structurerende zinnen?
Begint de spreker met een originele aandachttrekker en sluit hij af met een passende uitsmijter?
Gebruikt de spreker goede hulpmiddelen of leiden ze alleen maar af?



Slide 17 - Tekstslide

Zo vorm je een oordeel over de manier van presenteren

Staat de spreker in een ontspannen houding: rechtop, met de handen losjes langs het lichaam en met beide voeten stevig op de grond?

Zijn de gebaren van de spreker ondersteunend en natuurlijk?
Is de spreker voor iedereen verstaanbaar?
Spreekt hij in een goed tempo?
Vertelt hij op een natuurlijke toon of klinkt zijn verhaal alsof hij het uit zijn hoofd heeft geleerd?
Legt hij contact met het publiek: kijkt hij rond, maakt hij oogcontact, speelt hij in op reacties van de luisteraars?
Past zijn gezichtsuitdrukking bij de inhoud van het verhaal?





Slide 18 - Tekstslide

Welkom!

- Lezen
- Je leert een presentatie beoordelen

Vanaf volgende week donderdag presentaties!

Slide 19 - Tekstslide

Boek uitkiezen: staat het boek dat je wil lezen niet op de lijst, mail me!

Je krijgt alleen een mail als je een ander boek moet lezen

Slide 20 - Tekstslide

Planning

21-11 t/m 25-11 - interview afnemen (en filmen!)
28-11 t/m 2-12 - uitwerken interview en presentaties in de klas
5-12 t/m 9-12 - reflectieverslag maken

Slide 21 - Tekstslide

Een presentatie beoordelen
Hoofdstuk 4 Mooi

Bladzijde 117- Opdracht 4

Bekijk het fragment, een deel van een college over verliefdheid. Lees eerst de vragen, zodat je weet waarop je moet letten.

https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/3a8a3253-80b4-43fd-b94e-9eb416afd0ed/contentUnit/05734256-945e-4ee9-9a2f-52b1c4855be3

Slide 22 - Tekstslide

Een presentatie beoordelen
Hoofdstuk 4 Mooi

Maak opdracht 4
(10 minuten)

Controleren opdracht 4
(10 minuten)

Slide 23 - Tekstslide

Welkom!

- Lezen
- Je leert een interview uitwerken



Slide 24 - Tekstslide

Planning
21-11 t/m 25-11 - interview afnemen (en filmen!)
28-11 t/m 2-12 - uitwerken interview en presentaties in de klas
5-12 t/m 9-12 - reflectieverslag maken

Vanaf volgende week donderdag presentaties!

Slide 25 - Tekstslide

Eisen van het uitgewerkte interview


  • Dat je begint met een zin om de lezer nieuwsgierig te maken.
  • Dat je een korte inleiding schrijft waarin je vertelt wie deelnamen aan het interview, waarover ze spraken en waarom.
  • Dat je lange antwoorden samenvat en overbodige informatie weglaat.
  • Zet ten slotte een titel boven het interview, het liefst een opvallend (deel van een) citaat.



Slide 26 - Tekstslide

Eisen van het uitgewerkte interview
Tijdens een interview maak je aantekeningen. Na het interview werk je die aantekeningen uit.
Zo werk je een interview uit
• Schrijf in vet of cursief de vragen zo kort mogelijk op.
• Noteer onder elke vraag het antwoord dat de geïnterviewde geeft.
• Vat lange antwoorden samen en laat overbodige informatie weg.
• Vervang typische spreektaal door standaardwoorden (nouweh wordt nu).
• Schrijf een korte inleiding, waarin je vertelt wie je hebt geïnterviewd, waarover en waarom. Begin de inleiding met een zin om de lezer nieuwsgierig te maken.
• Gebruik als titel het liefst (een deel van) een opmerkelijk citaat.
• Laat het interview lezen aan de geïnterviewde en pas de tekst zo nodig aan.

Slide 27 - Tekstslide

Presenteren

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Wat is het verschil tussen de speech van Al Pacino en Leonardo di Caprio

Slide 31 - Open vraag

Welke vind ik het beste van de twee?

Slide 32 - Poll

Wat moet een spreker doen om zijn publiek te boeien, denk je?

Slide 33 - Woordweb

Kijken en luisteren naar een boeiende spreker
Hoe iemand overkomt, heeft uiteraard met de inhoud van zijn verhaal (verbale communicatie) te maken. 
Het hangt echter ook sterk af van de manier waarop hij zich presenteert. 
Bij een spreker bepalen namelijk de manier van spreken en de lichaamstaal (non-verbale communicatie) voor meer dan de helft of de boodschap blijft hangen.


Slide 34 - Tekstslide

Zo herken je een boeiende spreker


Een boeiende spreker …
  • trekt met een pakkende opening meteen de aandacht van zijn publiek;
  • illustreert zijn verhaal met aantrekkelijke voorbeelden en leuke anekdotes;
  • heeft een actieve lichaamshouding:
      – toont een opgewekte, vriendelijke gezichtsuitdrukking;
      – ondersteunt zijn verhaal met passende gebaren;


Slide 35 - Tekstslide

H3 Geld- een interview uitwerken (schrijven)


- Pak je verslag erbij van het interview over geld 
- Maak opdracht 3.3
- Inleveren aan het einde van de les

Aan de hand van de theorie 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Feedback geven (positief/negatief)
Hoe doe je dat?

Ik heb gehoord...../ ik heb gezien......
Dat geeft mij het gevoel dat/ dat wekt de indruk dat....
een suggestie kan zijn...../ ik zou je willen adviseren om.....

Formuleer je feedback eens voor je jezelf op papier (2 min)


timer
1:00

Slide 38 - Tekstslide

Taalgebruik
  • Pas je taal aan aan je publiek: woordkeus en zinslengte.
  • Gebruik signaalwoorden om verbanden te leggen.
  • Leg moeilijke begrippen uit --> gebruik sprekende voorbeelden.
  • Vermijd stopwoordjes en probeer 'uhhhh...' te voorkomen.

Slide 39 - Tekstslide

Stemgebruik
  • Tempo: spreek niet te snel.
  • Intonatie: varieer in toon en leg accenten --> overdrijven mag.
  • Volume: spreek duidelijk en hard genoeg. Varieer in volume.
  • Articulatie: Spreek de woorden goed uit. Oefen de uitspraak van moeilijke woorden. 

Slide 40 - Tekstslide

Houding
  • Sta rechtop en wiebel niet.
  • Leun niet tegen een muur.
  • Zorg dat je gezichtsuitdrukking past bij je verhaal.
  • Maak gebaren met je handen --> blijf wel jezelf.
  • Wees enthousiast.
  • Straal uit dat je verhaal bijzonder en boeiend is.
  • Geloof in jezelf. 

Slide 41 - Tekstslide

Contact
  • Kijk je publiek aan en kijk rond.
  • Maak contact met je publiek en houd rekening met reacties.

Slide 42 - Tekstslide