Par 8.2 Rekenen met reactiewarmte (aangepast)

8.2 Rekenen met reactiewarmte
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

8.2 Rekenen met reactiewarmte

Slide 1 - Tekstslide


Teken een energie-diagram van een exotherm proces wat even opgestart moet worden.

Slide 2 - Open vraag

Soorten warmte
1. Vormingswarmte
2. Ontledingswarmte
3. Oploswarmte
4. Verdampingswarmte

Slide 3 - Tekstslide

Vormingswarmte van water

Slide 4 - Tekstslide

Wat zie in dit filmpje
Geef de bijbehorende reactievergelijking voor de verbranding van waterstof:

We vormen uit de elementen ............... en ................ de stof ...........


Slide 5 - Tekstslide

Wat zie in dit filmpje
Geef de bijbehorende reactievergelijking voor de verbranding van waterstof:
2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(l)
We vormen uit de elementen waterstof en zuurstof de stof water
De energie die hierbij vrijkomt noemen we vormingswarmte en kunnen we vinden in binas 57.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zie in dit filmpje
Geef de bijbehorende reactievergelijking voor de verbranding van waterstof:
2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(l)
Bij deze reactie komt er energie............... de reactie is ................

Slide 7 - Tekstslide

Wat zie in dit filmpje
Geef de bijbehorende reactievergelijking voor de verbranding van waterstof:
2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(l)
Bij deze reactie komt er energie vrij de reactie is exotherm

Slide 8 - Tekstslide

Vormingswarmte / samenvatting
De vormingswarmte van een stof is de ΔE van de vormingsreactie per mol stof uit de niet-ontleedbare stoffen. In Binas tabel 57 vind je van veel ontleedbare stoffen de vormingswarmte. Deze energie wordt gegeven in 105 J mol-1. Uit de niet-ontleedbare stoffen waterstof en zuurstof kan vloeibaar water gevormd worden.
2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(l)
In Binas tabel 57A staat de vormingswarmte van vloeibaar water: ΔE = −2,86 ∙ 105 J mol−1
Deze vormingswarmte is negatief en deze vormingsreactie is exotherm.

Slide 9 - Tekstslide

Bijbehorende energiediagram

Slide 10 - Tekstslide

Lees de tekst bij ..
Ontledingswarmte en oploswarmte door. 
Waar gaan deze over? 

Slide 11 - Tekstslide

Ontledingswarmte

Slide 12 - Tekstslide

Wat zie je in dit filmpje
Geef de bijbehorende reactievergelijking voor de elektrolyse van  van water:

We vormen uit .............de elementen ............... en ................ 

Hiervoor is energie....................de reactie is dus exotherm

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je in dit filmpje
Geef de bijbehorende reactievergelijking voor de elektrolyse van  van water:
2H2O. --> 2H2 + O2

We vormen uit water de elementen waterstof en zuurstof
Hiervoor is energie nodig de reactie is dus endotherm

Slide 14 - Tekstslide

Ontledingswarmte 


0NTLEDINGSWARMTE = - VORMINGSWARMTE

Slide 15 - Tekstslide

Ontledingswarmte / samengevat
De ontledingswarmte van een stof is de ΔE van de ontledingsreactie per mol stof in de niet-ontleedbare stoffen. De wet van behoud van energie zegt dat voor het ontleden van een stof precies dezelfde hoeveelheid energie nodig is als vrijkomt bij het vormen van die stof. Dat betekent dat bij de ontleding van 1 mol vloeibaar water in waterstof en zuurstof +2,86 ∙ 105 J vrijkomt. Samengevat: elke vormingswarmte uit Binas kun je eenvoudig omrekenen in de ontledingswarmte.
                    0NTLEDINGSWARMTE = - VORMINGSWARMTE

Slide 16 - Tekstslide

Oploswarmte

Slide 17 - Tekstslide

Oploswarmte
Bij het oplossen van stoffen is er sprake van de oploswarmte
Voor een aantal stoffen is de oploswarmte positief. Voor oplossen is dan energie nodig, het oplossen is een endotherm proces. Bij andere stoffen is de oploswarmte negatief: bij het oplossen komt energie vrij, het is een exotherm proces.

Slide 18 - Tekstslide

Verdampingswarmte

Slide 19 - Tekstslide

Verdampingswarmte
Verdamping is een faseovergang waarvoor altijd energie nodig is. De verdampingswarmte van een stof heeft dus altijd een positieve waarde. In Binas tabel 59B zie je dat voor het verdampen van water +0,44 ∙ 105 J mol-1 aan warmte nodig is.

Slide 20 - Tekstslide

Reactiewarmte berekenen.
Hoe groot de reactiewarmte ΔE is, hangt af van de reactie.Bij elke reactie verdwijnen beginstoffen en ontstaan reactieproducten.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Schematische berekening

Slide 23 - Tekstslide

geef de reactiewarmte van methanisering:

Slide 24 - Open vraag

Aan de slag

Opgave 17, 19, 20, 21

Slide 25 - Tekstslide

Planning les 2
  •  Vragen t/m opdracht 22? 
  • Maak 23 en 24
  • Botsende deeltjes model (kort!)
  • Maak 26 en 27

Slide 26 - Tekstslide

par 8.2 - opgave 24 a
Om te controleren of je het bereken van reactiewarmte begrepen hebt, maak je opgave 24a.
Maak gebruik van binas 57

Slide 27 - Tekstslide

Uitwerking opgave 24a

Slide 28 - Tekstslide

Uitwerking opgave 24a

Slide 29 - Tekstslide

Opmerking
Controleer of je de getallen juist op de rekenmachine intikt.

Slide 30 - Tekstslide

Par 8.2 opgaven

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide