TH1: Chapter 3 - (vocabulary + Stones)

TH1: Chapter 3 - Food Talk
Review
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

TH1: Chapter 3 - Food Talk
Review

Slide 1 - Tekstslide

cereal

Slide 2 - Open vraag

delicious

Slide 3 - Open vraag

spoon

Slide 4 - Open vraag

dorstig

Slide 5 - Open vraag

aardbeien

Slide 6 - Open vraag

wisselgeld

Slide 7 - Open vraag

klant

Slide 8 - Open vraag

servet

Slide 9 - Open vraag

dish

Slide 10 - Open vraag

Mag ik wat......, alstublieft?
A
May I have what ...., please?
B
Can I have some....., please?
C
Can I have what ......., please?
D
Can I have any......., please?

Slide 11 - Quizvraag

Wil je nog iets anders?
A
Will you like somthing else?
B
Will you like anything else?
C
Would you like anything else?
D
Would you like something else?

Slide 12 - Quizvraag

Waarnaar smaakt.......?
A
What does..... taste like?
B
Where does it taste?
C
What does it taste?
D
What tastes this like?

Slide 13 - Quizvraag

The food is not great because it smells bad.
A
Het voedsel is niet goed, want het geur is vies.
B
Het eten is niet goed, want het ruikt vies.
C
Het voedsel is niet slecht, want het ruikt slecht.
D
Het eten is niet geweldig, want het ruikt slecht.

Slide 14 - Quizvraag

Let's have dinner!
A
Laat ons hebben eten!
B
Zullen we gaan dinneren
C
Laten we gaan eten!
D
Laten we hebben eten!

Slide 15 - Quizvraag

Zou je me de zout kunnen aangeven?
A
Will you give me the salt?
B
Could you pass me the salt?
C
Could you me give the salt?
D
Should you hand me the salt?

Slide 16 - Quizvraag

Ik ben bang dat we geen melk hebben.
A
I'm frightened that we hve no milk.
B
I'm afraid that we have no more milk.
C
I'm scared we're out of milk.
D
I'm afraid we're out of milk.

Slide 17 - Quizvraag

How much is it altogether?
A
Wat kost het allemaal apart?
B
Is het gratis?
C
Hoeveel is het in totaal?
D
Hoeveelheid kost het?

Slide 18 - Quizvraag

Ik vind deze maaltijd niet echt lekker, want het is koud.
A
I don't really like this meal, because it is cold.
B
I find this meal not really good, because it is cold.
C
I find this meal not good, because it is cold.
D
I don't like this food really, because it is cold.

Slide 19 - Quizvraag

Het smaakt nogal zoet.
A
It tastes rather sweet.
B
It tastes very kind.
C
It smakt very sweet.
D
It tastes something sweet.

Slide 20 - Quizvraag

How did you do?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll