pfe

pfe
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

pfe

Slide 1 - Tekstslide

Tim en José zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Uit hun huwelijk zijn drie kinderen
geboren: Anton, Bernhard en Cecile. Cecile was tot haar dood, twee jaar geleden, getrouwd
met Dorka. Cecile en Dorka hebben twee kinderen, Omar en Mehmed.
Welke graad van bloedverwantschap, in de zijlijn of rechte lijn, bestaat er tussen Omar en
Anton?
A
Tweede graad in de zijlijn
B
Tweede graad in de rechte lijn
C
Derde graad in de zijlijn

Slide 2 - Quizvraag

Klaas en Eefke zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Wat betekent dat?
A
Zowel de bezittingen als de schulden zijn gemeenschappelijk
B
Alleen de bezittingen zijn gemeenschappelijk, niet de schulden
C
Alleen de bezittingen zijn gemeenschappelijk, niet de schulden.

Slide 3 - Quizvraag

Van de volgende beweringen over geregistreerd partnerschap is er slechts een juist.
Welke is de juiste bewering?
A
De partners kunnen het geregistreerde partnerschap alleen via de rechter beëindigen
B
De partners worden vermogensrechtelijk volledig gelijkgesteld aan gehuwden
C
De partners worden automatisch de juridische ouders van de kinderen die binnen het geregistreerde partnerschap worden geboren.

Slide 4 - Quizvraag

Echtgenoten kunnen in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, of onder huwelijkse
voorwaarden. Op welk moment kunnen huwelijkse voorwaarden worden gemaakt?
A
Alleen vóór het huwelijk
B
Alleen tijdens het huwelijk
C
Zowel vóór als tijdens het huwelijk

Slide 5 - Quizvraag

Door welke overheidsinstantie(s) wordt/worden het geboorteregister en het
overlijdensregister bijgehouden?
A
Zowel het geboorteregister als het overlijdensregister worden door het rijk bijgehouden.
B
Het geboorteregister wordt door de gemeente bijgehouden; het overlijdensregister door het rijk
C
Zowel het geboorteregister als het overlijdensregister worden door de gemeente bijgehouden

Slide 6 - Quizvraag

Sandra en Theo zijn met elkaar getrouwd. Theo doet de huishouding en heeft zelf geen
inkomen. Sandra heeft een betaalde baan. Theo bestelt bij een postorderbedrijf nieuwe kleren
voor de kinderen.
Wie is/zijn aansprakelijk voor de koopprijs en voor welk bedrag?
A
Alleen Theo voor het hele bedrag
B
Sandra en Theo ieder voor het hele bedrag
C
Sandra en Theo ieder voor de helft

Slide 7 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor de registers van de burgerlijke stand?
A
De gegevens worden gebruikt voor de bevolkingsstatistiek en ze zijn alleen toegankelijk voor de overheid en enkele daartoe aangewezen instellingen.
B
De gegevens kunnen gebruikt worden als bewijs en ze zijn voor iedereen toegankelijk.
C
De gegevens worden alleen gebruikt voor bevolkingsregistratie en ze zijn alleen toegankelijk voor ambtenaren van de burgerlijke stand.

Slide 8 - Quizvraag

Felicia en Rolf wonen al enige jaren ongehuwd samen. Ze hebben hun partnerschap nooit
laten registreren en er is ook geen samenlevingscontract. Op zekere dag koopt Rolf een
nieuwe koel-diepvriescombinatie voor hun gemeenschappelijke huishouding bij warenhuis
Zuidpool. Felicia weet van niets totdat het apparaat wordt thuisbezorgd en de rekening van
€ 800,- wordt gepresenteerd.
Wie is of zijn aansprakelijk voor de betaling van de koopprijs en tot welk bedrag?
A
Alleen Felicia voor € 800,
B
Alleen Rolf voor € 800,-
C
Felicia en Rolf ieder voor € 800,-

Slide 9 - Quizvraag

Is de bepaling geldig dat de echtgenote/echtgenoot voor 1/10 erft en de kinderen voor 9/10
erven
A
Ja, deze verdeling is altijd geoorloofd
B
Ja, want deze verdeling wijkt niet af van de wettelijke verdelingsregeling van de nalatenschap
C
Nee, deze verdeling is niet geoorloofd.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de bedoeling van een verklaring van erfrecht?
A
Vaststellen hoe groot de nalatenschap is.
B
Vaststellen wie erfgenaam zijn.
C
Vaststellen wie erflater is.

Slide 11 - Quizvraag

Wat houdt het in dat sommige erfgenamen beneficiair aanvaarden?
A
Zij verwerpen dan de nalatenschap wegens gebrek aan baten.
B
Zij aanvaarden slechts voor zover er een positief saldo van de nalatenschap is
C
Zij aanvaarden en zijn voor de schulden van de nalatenschap aansprakelijk

Slide 12 - Quizvraag

Welke mogelijkheden geeft het erfrecht aan een erfgenaam
A
Een erfenis aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving
B
Een erfenis verwerpen
C
Een erfenis verwerpen, aanvaarden of aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet de belasting die betaald moet worden over datgene wat door erfenis wordt
verkregen?
A
Nalatenschapsbelasting
B
Schenkingsrecht
C
Erfbelasting

Slide 14 - Quizvraag

Welke bewering over een codicil is juist?
A
Een codicil moet altijd handgeschreven zijn
B
Een codicil moet worden geregistreerd in het Centraal Testamentenregister.
C
Voor een rechtsgeldig codicil is de medewerking van een notaris noodzakelijk.

Slide 15 - Quizvraag

Renske is getrouwd in gemeenschap van goederen met Ruud. Hun vermogen bedraagt
€ 360.000,-. Ze hebben geen kinderen. Renske overlijdt zonder testament te hebben gemaakt.
Hoeveel erft Ruud?
A
Niets, hij krijgt alleen het vruchtgebruik.
B
€ 180.000,-
C
360.000,-

Slide 16 - Quizvraag

Bij welke instantie in welke stad kan worden gecontroleerd of Geert een testament heeft laten
opmaken
A
Bij het Centraal Testamentenregister in Den Haag
B
Bij het kadaster in de woonplaats van Geert
C
Bij de notaris in de woonplaats van Geert

Slide 17 - Quizvraag

Wim Dijk (55 jaar) is getrouwd en heeft twee kinderen. Kan Wim rechtsgeldig, middels een
testament, zijn echtgenote en kinderen geheel onterven ten behoeve van een minnares?
A
Ja, met een testament is dat geen probleem.
B
Nee, de kinderen en de echtgenote hebben recht op hun legitieme portie.
C
Nee, de kinderen hebben recht op hun legitieme portie.

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent het als erfgenamen een nalatenschap aanvaarden onder het voorrecht van
boedelbeschrijving ?
A
De erfgenamen verdelen de bezittingen zoals de erflater in zijn testament had beschreven
B
De schuldeisers van de erflater kunnen hun vorderingen niet meer op de nalatenschap verhalen.
C
De erfgenamen aanvaarden de erfenis alleen voor zover die positief is

Slide 19 - Quizvraag

Ralf laat een vermogen van € 12.000.000,- na. Ralf heeft niet veel familie meer. Hij heeft zijn
hoogbejaarde ouders, zijn zus Antje met haar echtgenoot Tom en hun dochtertje Mies. Hij
woont, zonder samenlevingscontract of geregistreerd partnerschap, samen met Karin. Ze
hebben geen kinderen.
Hoeveel erven de ouders
A
Iedere ouder erft € 4.000.000,-
B
Iedere ouder erft € 6.000.000,-
C
Iedere ouder erft € 3.000.000,-

Slide 20 - Quizvraag

Als Fred de Jong overlijdt, laat hij een echtgenote en twee kinderen na. Bij inventarisatie van
bankrekeningen, goederen en verdere bezittingen blijkt het totale gemeenschappelijke
vermogen € 240.000 te zijn. Verder blijkt dat Fred via testament zijn hele nalatenschap per
testament vermaakt heeft aan een vriendin. Echtgenote en kinderen zijn sprakeloos. Dit
hadden ze niet van hun vader verwacht. De kinderen beroepen zich op hun legitieme portie.
Hoe groot is deze legitieme portie per kind?
A
€ 40.000,-
B
€ 20.000,
C
60.000,-

Slide 21 - Quizvraag

Vlak voordat Kees en Marjan gaan scheiden koopt Kees een nieuwe racefiets. Moet Marjan
toestemming geven voor deze aankoop?
A
Ja, want ze zijn beiden aansprakelijk omdat het een huishoudelijke schuld is.
B
Nee, want het betreft geen transactie waarvoor de wet toestemming eist.
C
Ja, want ze zijn in gemeenschap van goederen getrouwd.

Slide 22 - Quizvraag

Waarmee begint de procedure tot echtscheiding?
A
Dagvaarding tot echtscheiding
B
Echtscheidingsconvenant
C
Verzoekschrift tot echtscheiding

Slide 23 - Quizvraag

Door wie wordt een gemeenschappelijk verzoekschrift tot echtscheiding opgesteld
A
Door de advocaat
B
Door de deurwaarder
C
Door de notaris

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet tijdens de echtscheidingsprocedure het document waarin afspraken staan over het
huis, bezittingen, alimentatie en pensioen?
A
Echtscheidingsconvenant
B
Gemeenschappelijk verzoekschrift
C
Ouderschapsplan

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noem je het beding dat in een samenlevingscontract regelt wat er met de
gemeenschappelijke bezittingen gebeurt na overlijden van een partner?
A
Verblijvingsbeding
B
Verrekenbeding
C
Samenlevingsbeding

Slide 26 - Quizvraag

Bij wie moeten huwelijkse voorwaarden worden opgemaakt?
A
Bij de ambtenaar van de burgerlijke stand
B
Bij de notaris
C
Bij de rechtbank

Slide 27 - Quizvraag

Voordat de rechter de echtscheiding uitspreekt, moeten de afspraken over de omgang,
verzorging en opvoeding van de kinderen vastgelegd worden door de ouders. Hoe heet deze
schriftelijke afspraak?
A
Echtscheidingsconvenant
B
Ouderschapsplan
C
Omgangsregeling

Slide 28 - Quizvraag

Wat wordt er geregeld in een verblijvingsbeding van een samenlevingscontract over de
gemeenschappelijke bezittingen van de partners?
A
Wat er gebeurt met de gemeenschappelijke bezittingen na overlijden van een partner.
B
Wat er gebeurt met de gemeenschappelijke bezittingen na uit elkaar gaan van de partners.
C
Wat er gebeurt met de gemeenschappelijke bezittingen van de partners als er kinderen geboren worden.

Slide 29 - Quizvraag

Welke graad van bloedverwantschap bestaat er tussen twee broers?
A
Eerste graad in de rechte lijn
B
Tweede graad in de rechte lijn
C
Tweede graad in de zijlijn

Slide 30 - Quizvraag

Karin bestelt zonder medeweten van haar echtgenoot Nesar een nieuwe wasmachine voor de
gemeenschappelijke huishouding. Nesar komt erachter als de wasmachine thuis wordt
bezorgd en hij de rekening krijgt voorgelegd.
Welke bewering over het betalen van de rekening is juist
A
Nesar moet de rekening betalen, want echtgenoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schulden die zijn aangegaan voor de gewone gang van de huishouding
B
Nesar hoeft de rekening niet te betalen als ze onder huwelijkse voorwaarden getrouwd zijn.
C
Als ze in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, hoeft Nesar slechts de helft van de rekening te betalen.

Slide 31 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen is juist?
A
Een kerkelijk huwelijk moet plaatsvinden voordat het burgerlijk huwelijk is voltrokken
B
Het huwelijk staat open voor een man en een vrouw, twee vrouwen of twee mannen.
C
Een huwelijk moet worden gesloten ten overstaan van ten minste één getuige.

Slide 32 - Quizvraag

Wat betekent het als een echtpaar trouwt in algehele gemeenschap van goederen?
A
Alleen de bezittingen worden gemeenschappelijk; ieder blijft individueel aansprakelijk voor de eigen schulden.
B
Alleen de vermogensbestanddelen die na het sluiten van het huwelijk ontstaan zijn gemeenschappelijk; wat ieder daarvoor al had, blijft privévermogen.
C
Zowel de bezittingen als de schulden worden gemeenschappelijk

Slide 33 - Quizvraag

aan welke voorwaarde moet zijn voldaan om in het huwelijk te mogen treden?
A
Beide partijen moeten de Nederlandse nationaliteit hebben.
B
Beide partijen moeten minimaal 21 jaar oud zijn.
C
Beide partijen moeten ongehuwd zijn

Slide 34 - Quizvraag

Welk van de volgende registers is een register van de burgerlijke stand?
A
Het bevolkingsregister
B
Het geboorteregister
C
Het hypotheekregister

Slide 35 - Quizvraag

Alex en Berend zijn broers. Alex heeft een dochter, Berend heeft een zoon.
Welke graad van verwantschap bestaat er tussen die dochter en die zoon?
A
Aanverwantschap in de vierde graad
B
Bloedverwantschap in de derde graad
C
Bloedverwantschap in de vierde graad

Slide 36 - Quizvraag

Waarin staat het personen- en familierecht grotendeels beschreven
A
De Rijkswet op het Nederlanderschap
B
Het Burgerlijk Wetboek, boek 1
C
Het Burgerlijk Wetboek, boek 2

Slide 37 - Quizvraag

De 33-jarige Elske Vos is getrouwd in gemeenschap van goederen en heeft twee kinderen. Zij
overlijdt aan een ongeval op het werk. Haar nabestaanden zijn haar echtgenoot, haar
kinderen, haar beide ouders, haar drie zussen, haar oma aan moederskant en haar oma aan
vaderskant. Zij en haar echtgenoot hadden een vermogen van € 1.800.000,-.
Hoeveel erven de nabestaanden uit de nalatenschap als er geen testament is?
A
De echtgenoot erft € 600.000,- en elk kind erft € 600.000,-.
B
De echtgenoot erft € 300.000,- en elk kind erft € 300.000,-.
C
De ouders erven € 900.000,- en elke zus erft € 300.000,-

Slide 38 - Quizvraag

Wanneer iemand overlijdt, worden de bankrekeningen meestal geblokkeerd. Welk formulier
moeten erfgenamen bij de bank tonen om een blokkade van de rekeningen ongedaan te
maken
A
Een uittreksel uit het GBA
B
Een verklaring van erfrecht
C
Een akte van overlijden

Slide 39 - Quizvraag

Wie is de ontvanger van een zogeheten legitieme portie als er een testament is gemaakt?
A
De achterblijvende echtgenoot of echtgenote van de erflater
B
De achterblijvende ouders van de erflater indien de erflater ook nog broers of zussen had
C
De achterblijvende kinderen die door het testament onterfd zijn

Slide 40 - Quizvraag

De 75-jarige weduwe Klazina Dommel heeft drie dochters. Klazina heeft een vermogen, dat
wordt geschat op € 4.000.000,-. Omdat ze wat slecht ter been werd, is ze enkele jaren geleden
verhuisd naar een verzorgingsflat voor bejaarden. Daar leert ze de 35-jarige verpleger Anton
Waak kennen. Klazina en Anton willen met elkaar trouwen. Haar dochters zijn hier zeer op
tegen. Toch hertrouwt Klazina met Anton. Waarop kunnen de kinderen van Klazina nu een
beroep doen
A
Op het zogeheten wilsrecht
B
Op de verklaring van erfrecht
C
Op de legitieme portie

Slide 41 - Quizvraag

De 80-jarige weduwe Annetje Baas heeft twee dochters Carla en Ineke. Annetje heeft een
vermogen, dat wordt geschat op € 6.000.000,-. Met een van de dochters (Carla) heeft ze nooit
goed kunnen opschieten en deze heeft ze dan ook onterfd.
Hoeveel erft elke dochter bij het overlijden van Annetje, na het inroepen van de legitieme
portie
A
Carla erft € 2.000.000,- en Ineke erft € 4.000.000,-
B
Carla erft € 1.500.000,- en Ineke erft € 4.500.000,-
C
Carla erft niets en Ineke erft € 6.000.000,-.

Slide 42 - Quizvraag

Door wie wordt een verklaring van erfrecht afgegeven?
A
Door de Belastingdienst
B
Door de notaris
C
Door de rechter

Slide 43 - Quizvraag

Simon heeft een broer, Karel. Karel heeft een dochter, Chantal.
Welke verwantschap bestaat er tussen Simon en Chantal en in welke graad
A
Aanverwantschap in de tweede graad
B
Bloedverwantschap in de derde graad
C
Bloedverwantschap in de tweede graad

Slide 44 - Quizvraag

Angelique is getrouwd met Jo in gemeenschap van goederen. Ze hebben geen kinderen. Het
gemeenschappelijk vermogen bedraagt € 100.000,-. Ze hebben geen testament. Beide ouders
van Jo leven nog, als Jo komt te overlijden.
Hoeveel erft Angelique?
A
€ 25.000,
B
€ 50.000,
C
€ 100.000,

Slide 45 - Quizvraag

Welke van de volgende personen behoort tot groep 3 van het wettelijk erfrecht?
A
De geregistreerde partner van de overledene
B
De grootouder(s) van de overledene
C
De kleinkinderen van de overledene

Slide 46 - Quizvraag

Na aftrek van de van toepassing zijnde vrijstelling bedraagt het te ontvangen bedrag uit een
nalatenschap € 50.000,-.
Wie van de onderstaande erfgenamen betaalt over dit bedrag de meeste successierechten?
A
De echtgeno(o)t(e) van de overledene
B
Het kind van de overledene
C
Het kleinkind van de overledene

Slide 47 - Quizvraag

Karel Meester heeft in een met de hand geschreven brief zijn zegelring vermaakt aan zijn neef.
Waarvan is hier bij het nalaten sprake?
A
Een codici
B
Een legaat
C
Een testament

Slide 48 - Quizvraag

Bij wie kan een samenlevingscontract worden opgesteld?
A
Bij een rechtbank
B
Bij een notaris

Slide 49 - Quizvraag

Wat wordt er geregeld in een verblijvingsbeding van een samenlevingscontract over de
gemeenschappelijke bezittingen van de partners
A
Wat er gebeurt met de gemeenschappelijke bezittingen na uit elkaar gaan van de partners
B
Wat er gebeurt met de gemeenschappelijke bezittingen van de partners als er kinderen geboren worden
C
Wat er gebeurt met de gemeenschappelijke bezittingen na overlijden van een partner

Slide 50 - Quizvraag

Bij wie moeten huwelijkse voorwaarden worden opgemaakt?
A
Bij de ambtenaar van de burgerlijke stand
B
Bij de notaris
C
Bij de rechtbank

Slide 51 - Quizvraag

Waar worden huwelijkse voorwaarden geregistreerd?
A
In het huwelijksregister
B
In het huwelijksgoederenregister
C
In het openbaar register

Slide 52 - Quizvraag

Hoe heet bij huwelijkse voorwaarden de afspraak dat partners jaarlijks de inkomsten
samenvoegen die ieder van hen hebben overgehouden?
A
Inkomstenbeding
B
Verblijvingsbeding
C
Verrekenbeding

Slide 53 - Quizvraag

Tot wanneer moet Felix alimentatie betalen?
A
Tot de kinderen de 18-jarige leeftijd bereikt hebben
B
Tot de kinderen 21-jarige leeftijd bereikt hebben
C
Tot de kinderen gaan werken en/of studiefinanciering ontvangen

Slide 54 - Quizvraag

Voordat de rechter de echtscheiding uitspreekt, moeten de afspraken over de omgang,
verzorging en opvoeding van de kinderen vastgelegd worden door de ouders.
Hoe heet deze schriftelijke afspraak?
A
Het echtscheidingsconvenant
B
De omgangsregeling
C
Het ouderschapsplan

Slide 55 - Quizvraag

Wie of welke instantie beslist over de wijziging van de achternaam?
A
De koning(in)
B
De minister van justitie
C
De minister-president

Slide 56 - Quizvraag