Lesweek 4: les 2

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je legt uit wat de functies zijn van een verpakking. 
  • Je benoemt de verschillende assortimentsdimensies.  

Slide 2 - Tekstslide

Verpakking
 = alles wat om product zit

Slide 3 - Tekstslide

Functies verpakking
  • Commerciële functie
  •  Informatieve functie
  • Technische functie

Slide 4 - Tekstslide

Commerciële functie:

  • Aandacht trekken van de klant
  • Herkenbaarheid van het product voor de klant
  • Onderscheiden van de concurrent

Slide 5 - Tekstslide

Informatieve functie
  • Informatie ingrediënten geven
  • Waarschuwing ivm allergie

Slide 6 - Tekstslide

Technische functie
  • Goederen beschermen tegen beschadigingen
  • Door verpakking producten langer houdbaar maken
  • Verpakkingen houden meerdere artikelen bij elkaar
  • Verpakkingen zijn handig bij opslag en vervoer

Slide 7 - Tekstslide

Noem 3 verpakkingsfuncties

Slide 8 - Open vraag

Een bierproducent verkoopt zijn bier in kratjes van 12 flesjes à 30 cl.

Wat is de belangrijkste functie van zo’n bierkratje?
A
Bescherming bieden
B
Emotional appeal versterken
C
Herkenning bevorderen
D
Imago ondersteunen

Slide 9 - Quizvraag

Bescherming bieden

Slide 10 - Tekstslide

Een fabrikant heeft op de verpakking van een pak luiers een lachende baby afgebeeld.

Van welke functie van de verpakking is hier sprake?
A
Emotional appeal
B
Image building
C
Labelling

Slide 11 - Quizvraag

Emotional appeal
De verpakking is een prachtig promotiemiddel dat door kleur, vorm, formaat, functie en de inzet van reclameteksten de aandacht op zich kan vestigen en emoties bij de consument kan oproepen. Deze functie noemen we het emotional appeal.

Slide 12 - Tekstslide

Waar staat dit etiket voor?
A
Paraplu
B
Droog houden
C
Waterbestendig
D
Geen idee

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat dit etiket voor?
A
Glas
B
Wijn
C
Breekbaar
D
Niet drinken

Slide 14 - Quizvraag

Waar staat dit etiket voor?
A
Deze zijde boven
B
Rechtop houden
C
Rechtdoor
D
Voorzichtig

Slide 15 - Quizvraag

De product verpakking behoort tot
A
het fysieke product
B
het uitgebreide product
C
het totale product
D
Het optimale product

Slide 16 - Quizvraag

Assortiment
Wat is een assortiment?

Assortimentsniveaus:
  1. Assortiment
  2. Productklasse
  3. Productgroep
  4. Product

Slide 17 - Tekstslide

Assortimentsdimensies
  • Breedte van het assortiment
  • Diepte van het assortiment
  • Hoogte van het assortiment
  • Lengte van het assortiment
  • Consistentie van het assortiment

Slide 18 - Tekstslide

Assortimentsdimensies
  • Breedte van het assortiment: het aantal soorten productgroepen dat wordt aangeboden. 
  •  
  • Diepte van het assortiment: het aantal verschillende producten dat binnen een bepaalde productgroep wordt aangeboden. 

Slide 19 - Tekstslide

Assortimentsdimensies
  • Hoogte van een assortiment: het gemiddelde prijsniveau van de producten in het assortiment.

  • Lengte van een assortiment: het aantal producten dat op voorraad ligt van een assortiment.  

Slide 20 - Tekstslide

Assortimentsdimensies
Consistentie = De onderlinge relatie en de samenhang binnen de verschillende productgroepen. 

  • Productieverwantschap 
  • Koopverwantschap 
  • Consumptie/gebruiksverwantschap 


Slide 21 - Tekstslide

De aard en mate samenhang van het assortiment noem je ook wel..
A
artikelvariëteit
B
consistentie
C
assortimentsbeleid
D
kernassortiment

Slide 22 - Quizvraag

Het assortiment is ingedeeld op het koopgedrag van de consument... dit hoort bij
A
Productieverwantschap
B
Consumptieverwantschap
C
Koopverwantschap

Slide 23 - Quizvraag

Als je praat over de prijzen van het assortiment van een winkel dan heb je het over de ……… van het assortiment
A
consistentie
B
hoogte
C
lengte
D
verwantschap

Slide 24 - Quizvraag

Een … Heeft een smal en diep assortiment
A
Outletstore
B
Conveniencestore
C
Speciaalzaak
D
Warenhuis

Slide 25 - Quizvraag

Een schoenenwinkel is heel zorgvuldig bij de samenstelling van het assortiment. De winkel biedt heel veel verschillende merken, modellen en kleuren aan.

Van welke dimensie van het assortiment is hier sprake?

A
Breedte
B
Consistentie
C
Diepte
D
Lengte

Slide 26 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor een assortiment van een speciaalzaak? Het assortiment is
A
Breed en diep
B
Breed en ondiep
C
Smal en diep
D
Smal en ondiep

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet een assortiment met veel verschillende artikelgroepen?
A
breed assortiment
B
diep assortiment
C
hoog assortiment
D
smal assortiment

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide