Betekenis onbekend woord + synoniem, homoniem, antoniem

Woordenschat
Betekenis van een onbekend woord afleiden uit de tekst
Betekenis van een onbekend woord afleiden uit het woord zelf
Synoniemen, homoniemen, antoniemen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Betekenis van een onbekend woord afleiden uit de tekst
Betekenis van een onbekend woord afleiden uit het woord zelf
Synoniemen, homoniemen, antoniemen

Slide 1 - Tekstslide

Waarom leren we dit?
Geen tijd om elk onbekende woord op te zoeken tijdens je examen. Grotere woordenschat = meer en sneller tekstbegrip. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welke woorden herken je in het woord: Meervoudigepersoonlijkheidsstoornis

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent multifunctioneel?
A
Iets dat vaak her te gebruiken is
B
Een drankje met veel vitamines
C
Iets dat op veel manieren te gebruiken is.
D
Iemand die heel rijk is

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het voorvoegsel 'her'?
A
Afkomst
B
Opnieuw
C
Ouderwets
D
Daar

Slide 9 - Quizvraag

-her
Herkansen
Herzien
Hergebruiken
Herhaling
Herintreden
Herverdelen
Heractiveren







Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Brouwsel, gerstennat, pilsje, pint, goudgele rakker, spa geel, borrel, tapje, levenswater, vloeibaar brood, appelsap voor gevorderden, groene knuppel

Slide 12 - Tekstslide

Ik heb nieuwe schoenen gekregen. Het zijn mooie schoenen, maar ik kan er niet lekker op lopen. Als ik op die coole schoenen over de gang loop, zegt iedereen dat ik er heel raar op loop. Vind je het gek, als ik op die schoenen loop, heb ik meteen blaren. Morgen loop ik maar weer met mijn oude schoenen naar school.

Slide 13 - Tekstslide

Gisteren keken we naar Kramer die weer een Olympische medaille won. De wereldkampioen was iedereen te snel af. Toch was het een bloedstollende finale. De Fries was slechts een fractie van een seconde sneller dan zijn concurrent. Na afloop stond Sven the man breeduit op het podium te lachen met weer zo'n glimmende schijf om zijn nek.

Slide 14 - Tekstslide

Synoniemen
2 (of meer) woorden --> 1 betekenis
Dus: ander woord voor ....

auto - wagen
doelpunt - goal
leraar - docent
slapen - dutten - pitten

Slide 15 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van twee synoniemen.

Slide 16 - Open vraag

Homoniem
1 woord --> 2 (of meer) betekenissen

Bank = meubel of financiële instelling
Oor=lichaamsdeel of handgreep aan een kopje
Arm = lichaamsdeel of niet rijk

Slide 17 - Tekstslide

Welk van deze woorden is een homoniem?
A
eten
B
weer
C
gelijk
D
avond

Slide 18 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een homoniem.

Slide 19 - Open vraag

Antoniemen
Woorden die elkaars tegenovergestelde betekenen.

warm - koud
hoog - laag
boeiend - saai
oud - nieuw

Slide 20 - Tekstslide

man - vrouw
A
Synoniem
B
Homoniem
C
Antoniem

Slide 21 - Quizvraag

kreet - gil
A
Synoniem
B
Homoniem
C
Antoniem

Slide 22 - Quizvraag

slopen - afbreken
A
Synoniem
B
Homoniem
C
Antoniem

Slide 23 - Quizvraag

Wat is GEEN homoniem voor 'toets'?
A
proef
B
indrukbaar 'blokje'
C
kleed
D
test

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord is geen homoniem?

A
Bang
B
Vliegen
C
Boer
D
Schop

Slide 25 - Quizvraag

Homoniemen: zoek het woord
- Tsjilpen
- Scheidsrechteren
-Muziekinstrument

Slide 26 - Open vraag

Homoniem: zoek het woord
- stappen
- niet aan
- over

Slide 27 - Open vraag

Homoniem: zoek het woord
- Arriveren
- Betasten
- Dikker worden

Slide 28 - Open vraag

Maken
Woordenschat 1.1 opdracht 1, 4
Woordenschat 1.2 opdracht 2, 3, 4, 5

Slide 29 - Tekstslide