In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lesbrief 27
taak 5 en 6
Slide 1 - Tekstslide
In deze taken leer je (kennis):
wat goed communiceren is
hoe je moet omgaan met emoties van een zorgvrager.
de basisregels Eerste Hulp toepassen
wat je moet doen bij verslikken of verstikken.
In deze taken (vaardigheden):
communiceer je professioneel met zorgvragers
toon je begrip voor de emoties van zorgvragers
maak je een sociale kaart van instanties voor geestelijke verzorging
pas je de stabiele zijligging toe
Slide 2 - Tekstslide
We starten in de dia's hierna met wat herhaling van de vorige taken. Je zou hier nu antwoord op moeten kunnen geven.
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van non-verbale communicatie?
A
Een e-mail sturen en telefoneren
B
tekst en emoji (smileys) gebruiken in een app
C
Je duim opsteken.
Glimlachen.
D
Telefoongesprek voeren, zwaaien.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een goed voorbeeld van domotica?
A
Het gebruik van een scootmobiel
B
Thuiszorg op afstand
C
Een robot poes voor eenzame ouderen
D
een schakelaar waarmee je verschillende apparaten kan aan en uit zetten
Slide 5 - Quizvraag
Hoe herken je een beroerte?
Slide 6 - Open vraag
Mensen die een beroerte hebben gehad krijgen thuiszorg. Ze krijgen hulpen bij ADL. Wat is ADL?
A
Algemeen draagbaar leven
B
Algehele dienst levensmiddelen
C
Alledaags dienstbare liefde
D
Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen
Slide 7 - Quizvraag
deze week:
Hierna volgt de uitleg van de taken voor vandaag en woensdag; taak 5 en 6
Slide 8 - Tekstslide
Sociale kaart
Een sociale kaart is een overzicht van instanties in een bepaalde gemeente of regio. Het gaat daarbij speciaal om hulpverleningsinstanties, waarvan je op het overzicht snel de actuele gegevens kunt vinden.
Slide 9 - Tekstslide
uitleg taak 6
Zolang iemand op je reageert als hem of haar aanspreekt noemen we dat bij bewustzijn.
Het bewustzijn kan verstoort raken door te kort aan suiker.
Als iemand niet meer reageert op aanspreken of prikkels noemen we dat bewusteloos.
Slide 10 - Tekstslide
Schedelhersenletsel
Door een val of een klap tegen het hoofd ontstaat een beschadiging in de hersenen. Door die schade kan een slachtoffer bewusteloos raken. Dit duurt meestal langer dan een paar minuten.
Andere tekenen van hersenletsel zijn:
Sufheid of verwardheid
Hoofdpijn
Duizeligheid
Gevoeligheid voor licht en geluid
Geheugenverlies
Misselijkheid
Slide 11 - Tekstslide
Wat kun je doen?
Een slachtoffer die bewusteloos kan gevaarlijk zijn. De tong kan achter in de keel zakken. Daardoor kan er geen lucht meer in de luchtpijp komen. Daarom leg je iemand die bewusteloos is altijd in de stabiele zijligging. Hierdoor hou je de luchtwegen vrij
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Welk verband kun je gebruiken bij een flinke schaafwond?
A
drukverband
B
rekverband
C
steunverband
D
snelverband
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet dit verbandmateriaal?
A
gaascompres
B
rekverband
C
hydrofiele zwachtel
D
snelverband
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
werken aan lesbrief 27;
Taak 5 en 6
maak de opdrachten volgens planner
laat taken gelijk aftekenen bij de docent
Oefenen en inleveren (Teams)
taak 5 opdr 8/9: sociale kaart maken
taak 6 opdr 5: stabiele zijligging
taak 6 opdr 6; hulp bij verslikken
lees de opdrachten in je boek en volg de aanwijzingen in de teams-opdracht