De fauna bestaat uit alle diersoorten die in een gebied voorkomen. Faunabeheer zijn maatregelen om gezonde populaties van in het wild levende dieren te behouden en schade door (te) grote populaties te voorkomen. Bijvoorbeeld door herintroductie, maar ook afschot (jacht) hoort erbij. Voorbeelden daarvan zijn:
• afschot van vossen om weidevogels te beschermen;
• afschot van zieke en zwakke herten om lijden te voorkomen;
• afschot van wilde zwijnen om schade aan landbouwgewassen te voorkomen (als dat op een andere manier niet lukt);
• afschot van ganzen als ze een gevaar vormen voor de luchtverkeersveiligheid bij Schiphol.
Rijkswaterstaat en de Waterschappen beheren het water in Nederland, waaronder de rivieren, de kanalen en het grondwater. Waterbeheer omvat maatregelen om het grond- en oppervlaktewater te beheren, bijvoorbeeld:
• verontreiniging van waterbodems opruimen;
• doorgangen voor vissen maken in sluizen en dammen;
• verbreden van rivieren om de kans op overstroming te verkleinen;
• oevers minder steil maken zodat water- en oeverplanten beter kunnen groeien;
• sluizen op een kier zetten waardoor een natuurlijk overgangsgebied van zeewater en rivierwater ontstaat.