Beknopte bijzin

Beknopte bijzin
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Beknopte bijzin

Slide 1 - Tekstslide

De kenmerken (noem er twee) van een bijzin zijn:

Slide 2 - Open vraag

Kenmerk van een hoofdzin is:

Slide 3 - Open vraag

Terwijl ze geniet van de opkomende zon, wandelt Lidewij over het strand.

Deze zin is samengesteld uit een:
A
HZ-BZ
B
BZ-HZ
C
HZ-HZ

Slide 4 - Quizvraag

Toen hij nadacht over zijn vakantie, waande Lars zich al op de camping in Frankrijk.

Deze zin bestaat uit een:
A
HZ-HZ
B
HZ-BZ
C
BZ-HZ

Slide 5 - Quizvraag

Huiswerk nakijken
blz. 62: opdracht 1
blz. 92: opdracht 1 en 2


Slide 6 - Tekstslide

Emma belooft haar moeder dat zij haar kamer in het weekend opruimt.

Deze zin bestaat uit een:
A
HZ-BZ
B
BZ-HZ
C
HZ-HZ

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht
1) Je leest de zin
2) Bepaald wat de bijzin is
3) Probeer de bijzin op te schrijven zonder pv en ow.
Lukt dit?? 



Slide 8 - Tekstslide

Terwijl ze geniet van de opkomende zon, wandelt Lidewij over het strand.

Probeer de bijzin eens te formuleren zonder pv en ow!


Slide 9 - Open vraag

Emma belooft haar moeder dat zij haar kamer in het weekend opruimt.

Schrijf de bijzin op zonder pv of ow.

Slide 10 - Open vraag

Toen hij nadacht over zijn vakantie, waande Lars zich al op de camping in Frankrijk.

Probeer de bijzin te formuleren zonder pv en ow.

Slide 11 - Open vraag

Beknopte bijzin
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken. 

VB: 
Toen hij (ow) ontsnapte (pv) aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats. 
Bekn.bz => Ontsnapt aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats. 

In de bekn.bz ontbreekt de pv en het ow. Het denkbeeldig onderwerp kun je uit de HZ herleiden (de inbreker). Ontsnapt = voltooid deelwoord. Let op: het onderwerp in de bekn. bz moet overeen komen met het onderwerp in de HZ (hier kom ik de volgende les op terug!). 

Slide 12 - Tekstslide

bekn.bz met onvoltooid deelwoord
BZ                                                  HZ
Terwijl ze rilde van de kou, kwam Yrsa aangefietst bij het voetbalveld.


WORDT:
Rillend (o.d) van de kou, kwam Yrsa aangefietst bij het voetbalveld.

Slide 13 - Tekstslide

bekn.bz met voltooid deelwoord
BZ                                                                                 HZ
Toen hij op het station was aangekomen, kocht Ole eerst een lekker warm saucijzenbroodje.

WORDT:
Op het station aangekomen (vd), kocht Ole eerst een lekker warm saucijzenbroodje. 

Slide 14 - Tekstslide

bekn.bz met te + infinitief
HZ                                                                                     BZ
Amanda deed direct aangifte bij de politie, nadat ze de fraude had ontdekt.

WORDT:
Amanda deed direct aangifte bij de politie, na de fraude te hebben (te + infinitief) ontdekt. 

Slide 15 - Tekstslide

bekn.bz in een zin
Een beknopte bijzin kan, net zoals een gewone bijzin, een zinsdeel binnen de hoofdzin zijn: onderwerp, lijdend voorwerp, bijwoordelijke bepaling of een bijvoeglijke bepaling. 

VB: Vince beweert, zijn rijbewijs te hebben behaald.
          ow          pv          (wie/wat beweert Vince) => lv

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Herkennen van een bekn.bz
In plaats van een persoonsvorm bevat de bekn.bz een voltooid deelwoord of een onvoltooid deelwoord, of het woord 'te' + infinitief (hele werkwoord). 

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1: je noemt alleen de bekn.bijzin + daarna geef je de gewone bijzin met het juiste voegwoord. 


Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk:
Maken: opdracht 1, 2 en 3 blz. 125. 

Bestudeer de theorie in deze Lesson Up nog eens. 
Bekijk het filmpje hieronder!

Slide 20 - Tekstslide

Foutieve bekn. bijzin
Huiswerk gemaakt? 

Slide 21 - Tekstslide

opdracht 2


We bespreken de zinnen.

Niet gemaakt? 
Bekijk later deze Lesson Up voor de juiste antwoorden!

Slide 22 - Tekstslide

Zin 1
Dansend van vreugde vierde de olympisch kampioen zijn overwinning. 
Let op: bekijk de zin goed. Wat is de HZ en wat de bekn. bz? 
pv =    vierde
ow=    de olympisch kampioen
wg=    vierde
lv =      zijn overwinning
mv= 
vzv=
bwb=  dansend van vreugde (hoe?)
bvb=   olympisch bij kampioen

Slide 23 - Tekstslide

Zin 2
Alle boodschappen voor het klassenuitje alleen te moeten doen, is voor mij geen optie.
pv =     is
ow =    alle boodschappen voor het klassenuitje alleen te moeten doen (wat is (geen optie))? 
ng =     is geen optie
lv =       x
mv =    x
vzv=    x
bwb=  x
bvb =   x

Slide 24 - Tekstslide

zin 3
Zou de oplichter nu eindelijk beloven geen leugens meer te vertellen
pv =      zou
ow =     de oplichter
wg =     zou beloven
 lv =       geen leugens meer te vertellen
mv =     x
vzv=     x
bwb =  nu / eindelijk
bvb=    x

Slide 25 - Tekstslide

Zin 4
Verveeld door de lange uitleg pakte Jeroen tijdens de les stiekem zijn telefoon. 
pv =    pakte
ow =  Jeroen
wg =  pakte
lv =     zijn telefoon
mv =  x
vzv=  x
bwb = verveeld door de lange uitleg (hoe?), stiekem (hoe?), tijdens de les (wanneer?)
bvb = x

Slide 26 - Tekstslide

zin 5
In de bus constateerde Petra haar tas op het perron te hebben achtergelaten.
pv =    constateerde
ow=    Petra
wg =   constateerde
lv =      haar tas op het perron te hebben achtergelaten
mv =    x
vzv=    x
bwb=  in de bus (waar?)
bvb=   x

Slide 27 - Tekstslide

Zin 6
Na met elkaar te hebben overlegd, wisten we precies wat te doen. 
pv =     wisten
ow =    we
wg =    wisten
lv =       wat te doen
mv =    x
vzv=    x
bwb = na met elkaar te hebben overlegd, precies

Slide 28 - Tekstslide

zin 7
Liggend in hun hangmatten dommelden de vriendinnen langzaam in. 
pv =        dommelden
ow =       de vriendinnen
wg =       dommelen in
lv =          x
mv=        x
vzv=       x
bwb=      liggend in hun hangmatten (waar?) + langzaam (hoe?).

Slide 29 - Tekstslide

Foutief beknopte bijzin
Dit weet je nu: Een beknopte bijzin heeft geen pv en geen ow. 

Een bijzin is ALLEEN goed als het denkbeeldige onderwerp in de bijzin dezelfde is als in de HZ. 


Slide 30 - Tekstslide

Welke zin is foutief geformuleerd?
1) Liggend in het gras genoot ik van de warme zonnestralen.

2) Liggend in het gras scheen de zon behoorlijk fel. 

(ontleed de zin op pv en ow).



Slide 31 - Tekstslide

Beknopte bijzin verbeteren
Manier 1: Verander de foutieve beknopte bijzin in een gewone zin met een pv en een ow.

Manier 2: Verander de hoofdzin en vul daarbij het denkbeeldige onderwerp van de foutieve beknopte bijzin in.

Slide 32 - Tekstslide

Even oefenen met opdracht 1:
1. Joris koos, na lang te hebben getwijfeld, uiteindelijk toch voor een CM-profiel.

pv HZ = Joris
denkbeeldig ow in bekn.bz = Joris (koos hij toch uiteindelijk voor een CM-profiel. 

Dus: zin is goed geformuleerd.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 1 - zin 2
2. Eindelijk bij het pretpark aangekomen, was de kassa gesloten.

- Wat is de HZ en de bekn.bijzin? 
- Wat is het onderwerp in de HZ? 
- Wat is het denkbeeldige onderwerp in de bekn. bijzin?
- Zijn deze hetzelfde?
- Conclusie: deze zin is goed/fout geformuleerd. 

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
Maken blz. 129
opdracht 1: alles
opdracht 3: alles
opdracht 4: alleen 1

Bekijk het filmpje van de beknopte bijzin nog eens. 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video