4 havo betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Het betoog

In TW 3 schrijven jullie voor het vak Nederlands een betoog. 

Deze bereid je de komende weken (serieus) voor.

Tekstdoelen

• informeren (uiteenzetting, reclame, recept);
• opiniëren (beschouwing) ;
•  overtuigen (betoog, ingezonden stuk, column);
• activeren (reclame, ingezonden stuk);
• amuseren (column en strip).

Het schrijfplan

Voordat je je jouw betoog gaat schrijven: maak een schrijfplan voor jouw betoog waarin je de volgende onderdelen opneemt:

jouw standpunt over..............................;

– twee argumenten vóór je standpunt;

– bij één argument voor je standpunt een subargument;

– één argumenten tegen je standpunt;

– bij dit tegenargument een tegenwerping.

Per onderdeel formuleer je steekwoorden die je in jouw betoog gaat gebruiken.

Opbouw van het betoog

- je vult het schrijfplan in

- jouw standpunt over de gegeven stelling;

– twee argumenten vóór je standpunt;

– bij één argument voor je standpunt een subargument;

– één argumenten tegen je standpunt;

– bij dit tegenargument een tegenwerping.

Voorbeeld argument en subargument

De Italiaanse Rivièra is een ideaal vakantiegebied. (stelling) 

De zon schijnt er altijd (hoofdargument). 

Ik word er lekker bruin (subargument) en daardoor voel ik me fitter en zelfverzekerder (subsubargumenten).

referentiemateriaalvo.noordhoff.nl

Argument en tegenwerping

Een voorbeeld uit een betoog van iemand die vindt dat er een DNA-databank voor alle Nederlanders moet komen:

Veel mensen zijn bang dat onbevoegden met behulp van een DNA-databank van alles over je te weten kunnen komen: welke ziektes je mogelijk krijgt, hoe oud je waarschijnlijk wordt, hoe je karakter is en zelfs welke seksuele voorkeur je hebt. Maar dat is niet zo. Het opgeslagen DNA wordt gecodeerd, zodat iemand zonder een sleutel van die code er helemaal niets mee kan. Met het gevaar van privacyverlies loopt het dus wel los.

Wat verder wordt beoordeeld?

• je hebt een inleiding (met jouw stelling, een middenstuk en een slot geschreven;
• je maakt gebruik van signaalwoorden;
•  je kunt een tekst schrijven voor leeftijdsgenoten;
• je past goede spelling, zinsbouw en interpunctie toe;
• je hebt een passende titel  boven je betoog gezet;
• 300 à 400 woorden (tellen en onder je betoog zetten)

docs.google.com

Oefening = jouw voorbereiding

Ga op zoek naar een goede stelling waar jij je oefenbetoog over gaat schrijven. Vervolgens ga je nadenken over de opbouw van jouw betoog d.m.v. het maken van een schrijfplan. Pas daarna ga je het betoog schrijven.

Tijdens TW3 ben je in staat een betoog te schrijven in 120 minuten met een aangereikte stelling.