Spreekwoorden en gezegden Klas 1 t/m 4

Begrijpend lezen


Spreekwoorden en gezegden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen


Spreekwoorden en gezegden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent: Als warme broodjes over de toonbank gaan?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
Wat is een spreekwoord?                                        5 min
Spreekwoordenoefeningen                                 25 min
Spreekwoorden klassikaal                                      5 min
Klassikaal bespreken / Afsluiten                        5 min



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een spreekwoord?
  • korte uitspraken die een wijsheid of levensles bevatten. 
  • Vaak proberen spreekwoorden je aan te moedigen tot goed gedrag en keuren ze ongewenste gedrag af. 
  • Als je de betekenis van de spreekwoorden niet kent kunnen ze soms voor verwarring zorgen.

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek de punten, vraag eventueel de leerling zelf naar kennis over spreekwoorden.
https://youtube.com/shorts/GezgYKGHRm8?feature=shared

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Op de volgende dia staat een link naar een internetpagina. Maak op deze pagina opdracht 1, 2 en 4. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Hier zijn 6 testjes met elk zo'n 12 vragen.
Bepaal zelf hoeveel je hier van de leerling eist. Ik raad aan 3 aan en eventueel meer voor de snelle leerlingen of minder als een leerling wat langzamer is.


Voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

Je kan hier spreekwoorden bespreken zoals:
Nu komt de aap uit de mouw
Spreken is zilver, zwijgen is goud
en andere spreekwoorden die je kent of gebruikt.
Let op dat je niet TE veel voorbeelden geeft zodat leerlingen deze klakkeloos kan overnemen voor keuzeopdracht 2

Wat betekent:
Met de deur in huis vallen?
A
In haast een ruimte binnenkomen
B
Heel direct iets aangeven
C
Het voorkomen van een ongeval
D
Samen ten onder gaan

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:
Waar rook is, is vuur
A
In elk gerucht zit een kern van waarheid
B
Als je ergens aan begonnen ben, moet je het ook afmaken
C
Het probleem is altijd terug te leiden naar de oorsprong
D
Voorkom problemen door naar de waarschuwingen te kijken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande gezegdes klopt WEL
A
Een goed begin is het hele werk
B
De waarheid ligt altijd onderwater
C
Wie 1 zegt moet ook 2 zeggen
D
Geen nieuws is goed nieuws

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak af: Wie A zegt...

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak af: De appel valt ...

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken resultaat

Slide 15 - Tekstslide

Neem hier lekker de tijd om de kennis van leerlingen opnieuw te testen. Vraag naar welke herkomsten of betekenissen ze nog niet wisten.