Jaar 4 - Politiek H8-1

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heb je de feedback op je opdracht van woensdag bekeken?
A
Ja natuurlijk!
B
Nee, maar dat ga ik straks doen.

Slide 2 - Quizvraag

Waarom heb je je huiswerk niet gemaakt?

Slide 3 - Open vraag

Vraag 1. Geef twee voorbeelden van besluiten die op provinciaal niveau worden genomen (blz 77)

Slide 4 - Open vraag

Vraag 3. De gekozen vertegenwoordigers van de provincie zitten in ...
A
de Gedeputeerde Staten
B
de gemeenteraad
C
de Provinciale Staten
D
het College van B&W

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 4. Wat is de overeenkomst in taken en verantwoordelijkheden tussen leden van Gedeputeerde Staten en de ministers in de regering? (blz 77)

Slide 6 - Open vraag

Vraag 11 (blz 81)
a. De landelijke overheid in Den Haag wordt ook wel het Rijk genoemd.
b. Eens in de vier jaar zijn er verkiezingen voor de gemeenteraad.
c. Het gemeentebestuur bestaat uit de gemeenteraad, de burgemeester en de wethouders.
d. Voor het dagelijks bestuur van de gemeente is het College van B&W verantwoordelijk.
e. De burgemeester is ook hoofd van de politie en de brandweer.
f. Een gemeente krijgt onder andere geld binnen van het Rijk / gemeentebelastingen.
g. De provincie houdt zich vooral bezig met ruimtelijke ordening en milieu.
h. De commissaris van de koning is voorzitter van de Provinciale Staten en de Gedeputeerde       
     Staten.
   

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Quiz Europese Unie

We zouden deze quiz in groepjes spelen met wisbordjes.
Maar... dat gaat niet.
Gelukkig zijn jullie eerlijk genoeg om de antwoorden niet op te zoeken en je score eerlijk bij te houden, toch?

Slide 10 - Tekstslide

De EU heeft meer inwoners dan de VS
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel landen zijn lid van de EU?
Typ alleen het getal in.

Slide 12 - Open vraag

Telt de Europese Unie meer of minder dan 20 officiële talen?
A
Meer
B
Minder

Slide 13 - Quizvraag

Welk land is als laatst toegetreden tot de EU?
A
Bulgarije
B
Cyprus
C
Kroatië
D
Roemenië

Slide 14 - Quizvraag

Welk EU-land heeft de meeste inwoners?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Spanje

Slide 15 - Quizvraag

Met de euro kun je in de hele EU betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Het Verenigd Koninkrijk is uit de Europese Unie. Er zijn meer landen die wel in Europa liggen, maar geen lid zijn van de EU. Noem zo een land.

Slide 17 - Open vraag

Hoe heet de Nederlandse eurocommissaris? Frans....
Typ alleen de achternaam in.

Slide 18 - Open vraag

Het Europees Parlement heeft ongeveer twee keer zoveel zetels als het Nederlandse parlement.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Aan het Songfestival mogen alleen EU-landen meedoen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel sterren staan er op de vlag van de EU?
A
12
B
15
C
27
D
28

Slide 21 - Quizvraag

Het Europees Parlement vergadert in Brussel. Maar vergadert ook in een Franse stad. Welke stad is dat?
A
Bordeaux
B
Lyon
C
Straatsburg
D
Toulouse

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel van de 705 zetels in het Europees Parlement zijn voor Nederland?
A
14
B
29
C
59
D
96

Slide 23 - Quizvraag

Vlaggen!
Je ziet zo zes vlaggen in beeld. Schrijf op van welke landen deze zijn. Je antwoorden vul je in op een latere pagina.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Van welke landen zag je net de vlaggen in beeld? Schrijf eerst van links naar rechts de landen van de bovenste rij. Daarna van de onderste rij.

Slide 26 - Open vraag

Je kon maximaal 15 punten halen. Hoeveel heb je er gehaald?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Hoe goed denk je dat je de stof van deze les begrijpt?

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide