In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Rekenmodule 6.3
Slide 1 - Tekstslide
LET OP!
Noteer bij alle opgaven je berekening en let op je afronding (geld 2 decimalen, procenten 1 decimaal).
Slide 2 - Tekstslide
Ijssalon Venezia heeft in een jaar 75.000 ijsjes verkocht. De verkoopprijs van de ijsjes is gemiddeld €3. De inkoopprijs is €1,25 per ijsje.
Bereken de totale brutowinst.
Slide 3 - Open vraag
Tim verkoopt zonnepanelen. Hij betaalt een inkoopprijs van € 230 per stuk. Zijn brutowinstmarge is 70% en de btw bedraagt 21%. Bereken de consumentenprijs van deze zonnepanelen.
Slide 4 - Open vraag
Milko heeft dit jaar 750 racefietsen verkocht. Zijn omzet bedroeg €525.000. Bereken de gemiddelde verkoopprijs per racefiets.
Slide 5 - Open vraag
Liz verkoopt kleding. De gemiddelde verkoopprijs van haar kledingstukken is €37. Afgelopen maand behaalde ze een omzet van €46.250. Bereken de afzet van die maand.
Slide 6 - Open vraag
Lees het bericht.
Bereken hoeveel klanten in het eerste kwartaal van dit jaar iets kochten bij Zalando. Rond af op een heel getal.
Slide 7 - Open vraag
Lees het bericht.
Bereken het totaalbedrag dat Zalando aan inkoop en bedrijfskosten betaalde.
Slide 8 - Open vraag
Lees het bericht.
Bereken de omzet van Zalando over het eerste kwartaal van het voorgaande jaar. Rond af op een heel getal.
Slide 9 - Open vraag
Dit jaar worden er 175 auto´s verkocht. De inkoopprijs is €6.300. De verkoopprijs is nu gemiddeld €9.800 per auto. De bedrijfskosten zijn €375.000. Bereken het nettoresultaat. Zet erbij of er sprake is van nettowinst of nettoverlies.
Slide 10 - Open vraag
Gebruik de tabel. Erdem heeft een grote electronicazaak. Bereken het nettoresultaat dat Erdem dit jaar heeft behaald. Zet erbij of het een nettowinst of een nettoverlies is.
Slide 11 - Open vraag
Wim verkoopt tuinplanten. De inkoopprijs per plant is €4,50. Wim hanteert een brutowinstmarge van 80%.
Bereken de verkoopprijs van een plant.
Slide 12 - Open vraag
Aline verkoopt bloemen. De inkoopprijs van een boeket is € 7,50. De brutowinstmarge is 125%. Bereken de verkoopprijs van een boeket.
Slide 13 - Open vraag
Aline verkoopt nog steeds bloemen, maar de inkoopprijs van een boeket is gedaald naar €6,75. Ook rekent Aline met een nieuwe brutowinstmarge van 140%. De oude verkoopprijs was €16,88
Bereken met hoeveel procent haar nieuwe verkoopprijs is veranderd ten opzichte van de oude verkoopprijs. Zet erbij of het een stijging of daling is.
Slide 14 - Open vraag
Een winkelketen koopt rekenmachines in voor € 5,70 en verkoopt ze met een brutowinstmarge van 45%. De btw is 21%. Bereken de consumentenprijs van een rekenmachine.
Slide 15 - Open vraag
Alice is autohandelaar. Ze koopt een auto voor €8.000. Ze zet de auto in haar eigen autobedrijf te koop en verhoogt de prijs met een brutowinstmarge van 35%. De btw is 21%. Wat wordt de consumentenprijs van deze auto?
A
€ 8.532
B
€ 11.713
C
€ 13.068
D
€ 14.580
Slide 16 - Quizvraag
De verkoopprijs van een T-shirt is € 12,35. De consumentenprijs bedraagt € 14,95. Bereken het btw-tarief. Rond af op een heel getal.
Slide 17 - Open vraag
De consumentenprijs van een nieuwe tablet is €599. De btw bedraagt 21%. Bereken de verkoopprijs van deze tablet exclusief btw.
Slide 18 - Open vraag
Een winkel in groente en fruit verkoopt een kilo aardbeien voor € 4,50 (inclusief 6% btw). De winkelier hanteert een brutowinstmarge van 45%. Bereken de prijs die de winkelier betaalde voor de inkoop van een kilo aardbeien.