H1 B3 Glucose als grondstof

H1 basisstof 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1 basisstof 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van houtvaten?
A
Vervoer van water en mineralen.
B
Vervoer van suiker opgelost in water.
C
Vervoer van water.

Slide 2 - Quizvraag

Vandaag
Terugblik bs 2
Uitleg bs 3

Slide 3 - Tekstslide

Welke drie functies heeft de wortel van een plant?

Slide 4 - Open vraag

Welke functie hebben bastvaten?
A
Vervoer van water en mineralen.
B
Vervoer van suiker opgelost in water.
C
Vervoer van water.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heten de vaatbundels die door het blad lopen?
A
Stengels
B
Bladmoes
C
Nerven

Slide 6 - Quizvraag

Welke functies heeft de stengel van een plant?
A
Transport, stevigheid en opslaan reservestoffen.
B
Stevigheid en opslag reservestoffen.
C
Transport, opslag van water en stevigheid

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je de druk van de cel tegen de celwand?

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen bs 3
Je leert dat glucose wordt omgezet in andere stoffen
Je leert wat assimilatie is.

Slide 9 - Tekstslide

Glucose omzetten
- Suikers
- Zetmeel (aardappel)
- Cellulose (bouwstof celwanden)
- Eiwitten (peulvruchten)
- Vetten (zaden als zonnebloempitten)

Suikers, zetmeel en cellulose zijn koolhydraten

Slide 10 - Tekstslide

Bij fotosynthese worden anorganische stoffen omgezet in organische stoffen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Assimilatie
= omzettingen van stoffen waarbij energierijke organische stoffen.
Bij een plant: omzetting van glucose in een plant
eiwitten, vetten, suiker, zetmeel en cellulose

- Deze worden gebruikt als brandstof, bouwstof of reservestof

Slide 13 - Tekstslide

Waarin wordt glucose omgezet?
A
Suikers, zetmeel, cellulose, eiwitten en vetten.
B
Zetmeel, eiwitten en suiker.
C
Cellulose.
D
Eiwitten en vetten.

Slide 14 - Quizvraag

Welk van de onderstaande antwoorden bevat de meeste vetten.
A
Bruine bonen
B
Zonnebloempitten
C
Aardappel
D
Suikerklontje

Slide 15 - Quizvraag