Bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1

Grammatica

Bijvoeglijke naamwoord

Voorzetsel

Telwoord

lesdoelen

Je kunt een bijvoeglijk naamwoord, een voorzetsel en een telwoord in een zin herkennen en benoemen. 

Wat weet je van een bijvoeglijk naamwoord?

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD (BN)

Vertelt meer over een zelfstandig naamwoord (zn)

Kan voor of achter het zn staan!

- Het is een spannend boek.

- Ik las dit spannende boek.

- Het boek is spannend

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welke stof iets gemaakt is. Deze eindigen meestal op -en en veranderen niet van vorm. 

- Dit is een wollen trui.

- Ik kreeg een gouden horloge.

- Dat is een plastic rietje. 

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?

1. blonde
2. man
3. paard
4. de

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. de
2. leerling
3. snapt
4. slimme

In welke zin staat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De aardige jongen lacht om haar grapjes.
2. Dat is de normaalste zaak van de wereld.
3. Morgen wordt het een mooie dag.
4. Die houten stoel lijkt me niet zo stevig!

Een BN staat altijd voor een ZN.

1. Waar
2. Niet waar

Elk BN heeft een korte vorm en een lange vorm met -e.

1. Waar
2. Niet waar

Sommige BN beginnen met een hoofdletter.

1. Waar
2. Niet waar

Maken

Opdracht 5 (blz. 50)

Herhaling: Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?

'Morgen komt mijn lieve vakantievriendin eindelijk logeren.'

1. morgen
2. lieve
3. eindelijk
4. er staat geen bijvoeglijk naamwoord in de zin

Geef een voorbeeld van een voorzetsel.

VOORZETSEL (VZ)

Trucje: kastwoorden of feestwoorden

Vz zijn woorden die voor 'de kast' of 'het feest' kunnen voorkomen.

- voor, op, in, uit, onder, naast, ... de kast  - tijdens, vanwege, voor, na, ... het feest

Als een voorzetsel bij een splitsbaar werkwoord hoort, noem je het geen voorzetsel.

1. juist
2. niet juist

Wat zijn voorzetsels?

1. de, het, een
2. in, voor, achter, sinds
3. raam, deur, wand, vakantie
4. voorlezen, voorspellen, voorzeggen

Wat is geen voorzetsel?

1. Tijdens
2. eerste
3. achter
4. langs

Is 'na' een voorzetsel?

1. ja
2. nee

Kom je na de vakantie bij mij eten?
voorzetsel/voorzetsels =

1. na
2. bij
3. na, bij
4. mij

Telwoorden

	betekenis	voorbeelden
Hoofdtelwoord	precies aantal	zeven, 2024, veel, alle, weinig
Rangtelwoord	precieze plek in rij	dertiende, miljoenste, middelste, zoveelste

Wat is 'hoeveelste' voor telwoord?

1. hoofdtelwoord
2. rangtelwoord

Telwoord 'veel' is een...

1. hoofdtelwoord
2. rangtelwoord

Telwoord: 10

1. hoofdtelwoord
2. rangtelwoord

Wat is geen telwoord?

1. zevenentwintig
2. niemand
3. vele
4. miljoenste

Wat voor telwoord is 'laatste'?

1. hoofdtelwoord
2. rangtelwoord

Maken

Opdracht  8c en 9, 10, 11c

Herhaling: Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?

1. achter
2. voor
3. omdat
4. tussen

Herhaling: Telwoord 'zoveelste' is een...

1. hoofdtelwoord
2. rangtelwoord

Herhaling: De rode jas hangt nog aan de kapstok. Het bijvoeglijk naamwoord is:

1. jas
2. rode
3. kapstok
4. hangt

Herhaling: Wat voor soort telwoord staat in deze zin:

Er zijn vier soorten telwoorden.

1. hoofdtelwoord
2. rangtelwoord