3TL Voedselrelaties en kringlopen les 2

Voedselrelaties & kringlopen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voedselrelaties & kringlopen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begintaak
In een landschap staan ongeveer 20.000 plantjes. Ongeveer 400 sprinkhanen eten van deze plantjes. Van de sprinkhanen leven ongeveer 20 kikkers. Deze kikkers zijn weer het voedsel van 2 reigers.

Teken met deze gegevens een piramide van aantallen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begintaak - antwoord
In een landschap staan ongeveer 20.000 plantjes. Ongeveer 400 sprinkhanen eten van deze plantjes. Van de sprinkhanen leven ongeveer 20 kikkers. Deze kikkers zijn weer het voedsel van 2 reigers. 
Teken met deze gegevens 
een piramide van aantallen.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat omnivoren, carnivoren en herbivoren zijn.
  • Je kunt uitleggen wat de functies van een organisme in een voedselkringloop zijn
  • Je kunt beredeneren wat autotrofe- en heterotrofe organismen zijn

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een voedselweb 
Planten --> producenten (autotroof)

Organismen die andere organismen eten --> consumenten (heterotroof)

Herbivoor, carnivoor, omnivoor 

Slide 5 - Tekstslide

producent --> produceert iets, dus kan eigen voedsel maken 

Herbivoor = planteneter
Carnivoor = vleeseter
Omnivoor = alleseter 

Autotroof --> maakt zelf organische stoffen (voedsel)
Heterotroof --> heeft ander organisme nodig om aan organische stoffen te komen
3 soorten organismen
Producenten (fotosynthese)

Consumenten 1e orde(herbivoor) en 
2e orde (carnivoor/omnivoor)

Reducenten (bacteriën en schimmels --> breken weer af)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bliksemvragen voedselkringloop

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselkringloop
  • Producenten: Groene planten die de voedingsstoffen (glucose) maken.
  • Consumenten: De gebruikers van de voedingsstoffen (eten planten of andere dieren).
  • Afvaleters: Consumenten die resten van planten en dieren eten.
  • Reducenten: Schimmels en bacteriën breken resten van planten en dieren af tot mineralen.
De 4 rijken zijn van elkaar afhankelijk voor hun voedingsstoffen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken: opdracht voedselrelaties

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak ook de oefenvragen ecologie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies