13-2-2023 herhaling der die das Quiz

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
--> Als de 2 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
--> Als de 2 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- Hausaufgaben kontrollieren
- Grammatik C + opdrachten
- kurze Wiederholung der/ die / das
- Kahoot QUIZ




Slide 2 - Tekstslide

Antworten kontrollieren
ab Seite: 52 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

opdracht 4 blz. 55
luister en lees mee: 

Slide 6 - Tekstslide

zelfstandig en stil werken
maken:
- blz. 55 opdracht 5 
-blz. 56/57 opdracht 6
- blz. 58 opdracht 8
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Mannelijk = der
Voor mannelijke personen en dieren komt het lidwoord der.
+ DAGEN + MAANDEN + JAARGETIJDEN
Bv: der Mann, der Onkel, der Lehrer
der Stier, der Hahn, der Hengst, der Dienstag, der Sommer, der August

Slide 8 - Tekstslide

Vrouwelijk = die
-Voor vrouwelijke personen en dieren komt het lidwoord die.
+ woorden eingen op -heit, -keit, -ung, -schaft
De meeste woorden die op e eindigen zijn vrouwelijk
 die Familie, die Schule, die Frau, die Lehrerin, die Schwester, die Kuh, die Möglichkeit, die Freiheit

Slide 9 - Tekstslide

Onzijdig = das
-Onzijdig zijn vaak de zelfstandige naamwoorden waar je in het Nederlands het voor zet. 
+ woorden eindigen op -chen, -lein
das Schwimmbad, das Jahr, das Kind, das Mädchen, das Dörflein


Slide 10 - Tekstslide

Regels der die das
die
das
die
mannelijk     
vrouwelijk     
onzijdig                                  'vaak het-woorden' / ...chen / ...lein
meervoud
+ dagen/maanden/jaargetijden
+ woorden op ...heit /...keit/...ung/...schaft/...e
der

Slide 11 - Tekstslide

Kahoot!

Slide 12 - Tekstslide

Tante
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

Kater
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Herbst
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

Schwester
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Übung
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

Rose
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

Dörflein
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

Freitag
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

Schokolade
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

Eis
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quizvraag

Kind
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quizvraag

Menschen
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide