3h ch 3 bron c en g

mon voyage
Bonjour tout le monde
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

mon voyage
Bonjour tout le monde

Slide 1 - Tekstslide

mon voyage
- ik kan vertellen over mijn reis
- ik kan mijn mening geven over mijn verblijf

Slide 2 - Tekstslide

le programme
uitspraak en/an/em
uitspraak in/im/ain/aim
uitspraak en betekenis zinnen
gesprek in 2tallen

Slide 3 - Tekstslide

prononciation des nasales 
uitspraak en/an/em
spreek ui als AN
changer - entendre - ensemble

uitspraak in/im/ain/aim
spreek uit als un (zonder de n)
intéressant/ aller-simple/train/faim

Slide 4 - Tekstslide

prononciation des phrases:

1 Tu vas où?
Je vais à Nice en train.

2 Tu pars à quelle heure?
Je pars à deux heures.

3 Le voyage dure combien de temps?
Le voyage dure une heure. 
prononciation des phrases

4 C’est un train direct?
Non, il faut changer à …

5 Il faut réserver?
Oui, c’est obligatoire.

6 Ça coute cher?
Non, un aller-simple coute 15 euros.










timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

 Tu vas où? Waar ga je heen?
Je vais à Nice en train. Ik ga naar Nice met de trein. 
Tu pars à quelle heure? Hoe laat vertrek je? 
Je pars à deux heures. Ik vertrek om twee uur. 
Le voyage dure combien de temps?Hoelang duurt de reis? 
Le voyage dure une heure. De reis duurt een uur. 
C’est un train direct? Is het een rechtstreekse trein? 
 Non, il faut changer à …Nee, je moet overstappen in …
Il faut réserver? Moet je reserveren? 
Oui, c’est obligatoire. Ja, dat is verplicht. 
Ça coûte cher? Is het duur? 
Non, un aller-simple coûte 15 euros. Nee, een enkele reis kost 15 euro. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

parler de ton voyage - 6 minutes
avec qui?  - ta/ton camarade de classe
comment? - pose des question à ton/ta camarade de classe
- ton/ta camarade de classe répond!

les données? - carte d'embarquement
combien de conversations? - 2 conversation

timer
6:00

Slide 8 - Tekstslide

parler avec ton/ta camarade de classe 
timer
6:00

Slide 9 - Tekstslide

je mening geven over je verblijf - 6 minutes
Parler de ses vacances

Ben je hier op vakantie? Tu es en vacances ici?
Ja, ik verblijf in Hotel des Alpes. Oui, je suis à l’hôtel des Alpes.
Hoe vind je het? Comment tu le trouves?
Niet slecht, er is een zwembad. Pas mal, il y a une piscine.
Het ontbijt is heel goed. Le petit déjeuner est très bon.
Het is naast de skipiste. C’est à côté de la piste de ski.
Er is een ijsbaan tegenover. En face, il y a une patinoire.
Maar de kamer is te klein. Par contre, la chambre est trop petite.
Mijn bed is niet comfortabel. Mon lit n’est pas confortable.
timer
6:00

Slide 10 - Tekstslide