Lijdend voorwerp voorbeeld
• Hij heeft een voetbal gevonden.
persoonsvorm: heeft
zinsdelen maken:
Hij/heeft/een voetbal/gevonden.
gezegde: heeft gevonden
onderwerp: hij
lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + onderwerp?:
wie/wat heeft hij gevonden?:
een voetbal
Het lijdend voorwerp is: een voetbal