Paragraaf 3.3 & 3.4

Begrippen - 3.3 - de school socialiseert steeds meer 
1 De rol die mensen spelen in de samenleving.
2 Leerlingen moeten burgers worden die zich verantwoordelijk voelen voor zaken die in de maatschappij
spelen.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begrippen - 3.3 - de school socialiseert steeds meer 
1 De rol die mensen spelen in de samenleving.
2 Leerlingen moeten burgers worden die zich verantwoordelijk voelen voor zaken die in de maatschappij
spelen.

Slide 1 - Tekstslide

De rol die mensen spelen in de samenleving
Dit is het geval als je een havo- of vwo-diploma hebt of een diploma op mbo-2-niveau of hoger.
Leerlingen moeten burgers worden die zich verantwoordelijk voelen voor zaken die in de maatschappij  spelen.
Jongeren zonder startkwalificatie moeten tot hun 18e verjaardag onderwijs volgen.
Rolpatroon
Startkwalificatie
Burgerschap
Kwalificatieplicht

Slide 2 - Sleepvraag

De rol die mensen spelen in de samenleving.
Leerlingen moeten burgers worden die zich verantwoordelijk voelen voor zaken die in de maatschappij
spelen.
Iedereen dient gelijke kansen te krijgen.
Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
Rolpatroon
Burgerschap
Democratiseringsfunctie
Emancipatiefunctie

Slide 3 - Sleepvraag

De rol die mensen spelen in de samenleving.
A
Socialiserende functie
B
rolpatroon
C
Burgerschap
D
Democratiseringsfunctie

Slide 4 - Quizvraag

Leerlingen moeten burgers worden die zich verantwoordelijk voelen voor zaken die in de maatschappij
spelen.
A
Socialiserende functie
B
rolpatroon
C
Burgerschap
D
Democratiseringsfunctie

Slide 5 - Quizvraag

rolpatroon
A
Je leert waarden, normen, regels en gewoonten.
B
Leerlingen moeten burgers worden die zich verantwoordelijk voelen voor zaken die in de maatschappij spelen.
C
De rol die mensen spelen in de samenleving.
D
Iedereen dient gelijke kansen te krijgen.

Slide 6 - Quizvraag

burgerschap
A
Je leert waarden, normen, regels en gewoonten.
B
Leerlingen moeten burgers worden die zich verantwoordelijk voelen voor zaken die in de maatschappij spelen.
C
De rol die mensen spelen in de samenleving.
D
Iedereen dient gelijke kansen te krijgen.

Slide 7 - Quizvraag

Antwoorden - kennisvragen - 3.3 de school socialiseert steeds meer 
3 Je verblijft er een groot aantal uren per dag.
4 Jongens verrichten “meisjestaken” en meisjes verrichten “jongenstaken”.
5 Een kritische houding ten opzichte van de maatschappij.
6 Openbare scholen zijn scholen waar men niet onderwijst vanuit een bepaalde levensovertuiging. Bij
bijzondere scholen wel (katholiek of protestants-christelijk).

Slide 8 - Tekstslide

Burgerschap wil zeggen dat leerlingen burgers moeten worden, die zich verantwoordelijk moeten
voelen voor zaken die in de maatschappij spelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De tijd die jij als leerling doorbrengt op school is groot.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Scholen moeten niet alleen aan kennisoverdracht doen, maar ook opvoeden. Zegt de politiek.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Door regels op school, voedt de school leerlingen niet op!
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In Nederland deden de mannen vroeger vooral de huishoudelijke taken.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Door regels op school, voedt de school leerlingen niet op!
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Bij roldoorbreking gaan mannen vrouwentaken op zich nemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De vakken verzorging en techniek werken emanciperend. Jongens en meisjes worden meer gelijk aan elkaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Antwoorden - toepassingsvragen - 3.3 de school socialiseert steeds meer 
7 Opdracht uitgevoerd?
8 Je moet goed kijken wat er in de maatschappij gebeurd is en nog gebeurt en niet alles zo maar accepteren.
9 Het is belangrijk dat mensen hun mening over zaken kunnen geven.
10 Nee. In Noord-Korea bepaalt Kim-Jong-un wat mensen moeten zeggen en denken (dictatuur).
11 a Roken alleen daar waar het mag / anderen geen schade aanbrengen.
b We maken geen spullen kapot / respecteer wat van een ander is.
12 Een vrouw sleutelt aan een auto. Dit wordt meestal gedaan door mannen.

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen - 3.4 - Onderwijs en je toekomst 
1 Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma.
2 Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
3 Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
4 Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 18 - Tekstslide

Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diplom
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
Leer- en vaardigheidseigenschappen.
Verdringingseffect
Diploma-inflatie
Competentiegericht leren
Competenties

Slide 19 - Sleepvraag

Leer- en vaardigheidseigenschappen.
A
verdringingseffect
B
Diploma-inflatie
C
Competentiegericht leren
D
Competenties

Slide 20 - Quizvraag

Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
A
verdringingseffect
B
Diploma-inflatie
C
Competentiegericht leren
D
Competenties

Slide 21 - Quizvraag

Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard
A
verdringingseffect
B
Diploma-inflatie
C
Competentiegericht leren
D
Competenties

Slide 22 - Quizvraag

Competentiegericht leren
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
C
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 23 - Quizvraag

Competenties
A
Het verdringen uit het arbeidsproces van mensen met een lager diploma door mensen met een hoger diploma
B
Diploma’s worden relatief gezien steeds minder waard.
C
Theorie en praktijk worden als het ware in elkaar geschoven, dit leren gaat uit van de leervraag.
D
Leer- en vaardigheidseigenschappen.

Slide 24 - Quizvraag

Kennisvragen - 3.4 - Onderwijs en je toekomst 
5 Onderwijs zorgt voor: persoonlijke ontwikkeling; overdracht van cultuur; leert jongeren om mee te doen in de samenleving.
6 Competenties.
7 Competentiegericht leren.
8 Bijvoorbeeld: geletterdheid, gecijferdheid, communicatietechnieken, ICT-vaardigheden, samenwerken, problemen oplossen, over jezelf kritisch nadenken, en nagaan wat er goed en fout ging bij een dagje ‘school

Slide 25 - Tekstslide

Het type onderwijs dat je volgt met de daarbij behorende diploma’s, bepalen mede de positie en de baan die je in de samenleving gaat innemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Mensen zonder diploma's kunnen vaak snel een nieuwe baan vinden.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Met goede diploma's ontvang je meestal slechte salarissen.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Soms gaan leerlingen zonder diploma van school.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Met diploma heb je meer kans op werk.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer het economisch slecht gaat, krijgen jongeren zonder diploma en geen werkervaring minder snel een baan.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Als het economisch slecht gaat kan het voorkomen dat een havo- leerling werk gaat doen van een vmbo leerling.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Toepassingsvragen - 3.4 - Onderwijs en je toekomst 
9 Je moet iets kunnen doen met wat je geleerd hebt. Toepassen in een nieuwe situatie.
10 Zaken en kennis veranderen snel.
11 a Hoger salaris en minder werkdruk. b Eigen mening.
12 Eigen mening.

Slide 33 - Tekstslide