Uitzonderingen le futur simple
- Welke uitzonderingen zijn er? (p.147 livre de textes)
Het stukje voor de uitgangen (ai, as, a, etc)
van être = ser- (zijn)
van avoir = aur- (hebben)
van faire = fer- (maken/doen)
van aller = ir- (gaan)
van venir = viendr- (komen)
van pouvoir = pourr- (kunnen/mogen)