B2 en B3

Welkom
Voorbereiding Toelatingstoets 
Natuur en Techniek
dNP


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur en TechniekHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Voorbereiding Toelatingstoets 
Natuur en Techniek
dNP


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B2; Instandhouding oa intern milieu

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B3 Gedrag en interactie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marten heeft gehoorschade. De meeste frequenties hoort hij goed, maar een aantal niet. Welk onderdeel is beschadigd?
A
de buis van Eustachius
B
de gehoorbeentjes
C
het slakkenhuis
D
het trommelvlies

Slide 5 - Quizvraag

slakkenhuis maakt van trillingen elektrische signalen
oor

Slide 6 - Tekstslide

gescheurd trommelvlies = doof voor alle frequenties
gehoorbeentjes ook minder gehoor vgl trommelvlies
Buis van eustachius is ervoor bedoeld om de druk in het middenoor te regelen; denk aan vliegen.
waarom kan het antwoord van de vraag niet gehoorbeentjes of trommelvlies zijn?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels worden opgevangen door zintuigen. Het zintuig stuurt informatie via zenuwbanen naar hersenen. Op welke wijze wordt informatie verstuurd?
A
d.m.v. een elektrisch signaal
B
d.m.v. een hormonaal signaal
C
d.m.v. trillingen
D
d.m.v. warmte

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op sommige prikkels reageren we buiten de wil om. Bv het terugtrekken van je hand als je je (bijna) verbrand. Dit is een reflex. Langs welke route loopt de reflex?
A
zintuig> hart> spier
B
zintuig> hypofyse> spier
C
zintuig> ruggenmerg> spier
D
zintuig> spier

Slide 10 - Quizvraag

hypofyse zit in de bloedsomloop

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De biceps en triceps zijn armspieren en antagonisten.
De onderarm gaat omhoog, doordat...
A
de biceps samentrekt en de triceps ontspant.
B
de biceps uitstrekt en de triceps ontspant.
C
de triceps samentrekt en de biceps ontspant.
D
de triceps uitstrekt en de biceps ontspant.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringsstelsel

Slide 14 - Tekstslide

functies benoemen
Enzymen werken in mond, maag, 12 vingerige- en dunne darm. Daar worden voedingsstoffen opgenomen.
Niet meer in de dikke darm.

Slide 15 - Tekstslide

dikke darm zorgt voor opname water (terugresorptie)
Dr. Langerhans ontdekte in 1869 de cellen in het lichaam die de hormonen glucagon en insuline produceren. Waar zitten de 'eilandjes van Langerhans' ?
A
alvleesklier
B
eierstokken
C
galblaas
D
maag

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De longblaasjes zorgen voor een groot oppervlak voor uitwisselen van stoffen, welk onderdeel doet dat bij het spijsverteringsstelsel?
A
de dunne darm
B
de endeldarm
C
de maag
D
de slokdarm

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vetten en koolhydraten zijn brandstoffen die energie geven; waar worden deze verbrand?
A
in darmcellen
B
in longcellen
C
in spiercellen
D
in alle cellen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meeste kinderen in NL krijgen vaccinaties tegen de besmettelijke ziekte polio. Wat is het effect?
A
Ze zijn blijvend immuun.
B
Zij en hun kinderen zijn immuun.
C
Ze zijn een paar maanden immuun.
D
Tot hun pubertijd zijn ze immuun.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselketen; Als de sperwer aan het eind van een voedselketen staat, wat staat er dan aan het begin?
A
de paddenstoel
B
de tor
C
de beukenboom
D
de bosmuis

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De mens is een omnivoor. Dit betekent dat de mens...
A
melkproducten afkomstig van dieren eet.
B
plantaardig en dierlijk voedsel eet.
C
zijn voedsel gaar kookt of bakt.
D
zijn voedsel in symbiose met bacteriën verteert.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

saprofyt; is een plant of een schimmel die voedingsstoffen haalt uit een DOOD organisme.
Competitief
symbiose

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meeldauw is een schimmelziekte op rozenplanten. De schimmel haalt voedingsstoffen uit de plant. De plant groeit minder goed, de schimmel breidt zich uit. Hoe heet deze relatie?
A
competitief
B
parasitair
C
saprofyt
D
symbiotisch

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies