Plaats van het bijwoord (adverb)
Bijwoorden staan meestal
VOOR het werkwoord. vb: School starts at 8.30--> School ALWAYS starts at 8.30.
Bijwoorden staan meestal NA am/are/is/was/were.
vb: His jokes are boring--> His jokes are SOMETIMES boring.
Bijwoorden staan meestal NA have/has.
vb: I have seen this--> I have NEVER seen this.