P.2: Je weet de betekenis van onbekende woorden in een tekst te ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.
P.3 Je weet de kernzin van een alinea te bepalen.
P.4 Je weet tekstverbanden te herkennen aan de hand van signaalwoorden.
P.5 Je weet hoofdzaken en bijzaken te herkennen in een tekst.
P.6 Je weet feiten, meningen, standpunten en argumenten te herkennen in de tekst.
P.7 Je weet te werken met een stappenplan.