3B 7 Geld voor de overheid

7.1 BTW
Deze les leer je alles over:
  • BTW
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.1 BTW
Deze les leer je alles over:
  • BTW

Slide 1 - Tekstslide

BTW
BTW heet voluit belasting toegevoegde waarde.

De consumentenprijs is de prijs inclusief BTW.

De BTW is 9% op eten en drinken en 21% op het overige.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe reken je de BTW uit?
Het bedrag : 100 X het percentage (9% of 21%)

Voorbeeld: 
Een spijkerbroek is €40,- excl. BTW. 

40 : 100 X 21 = €8,40 
40 + 8,40 = €48,40 incl. BTW --> de consumentenprijs

Slide 3 - Tekstslide

Eindvragen
  • Hoe reken je de BTW uit?

Slide 4 - Tekstslide

7.2 Accijnzen
Deze les leer je:
  • Wat accijnzen zijn

Slide 5 - Tekstslide

Accijns
Op een aantal producten betaal je accijns:
- Sigaretten 
- Drank
- Brandstof

Slide 6 - Tekstslide

Redenen waarom de overheid accijns heft?

- Bescherming van de gezondheid

- Bescherming van het milieu

Slide 7 - Tekstslide

Eindvragen
- Op welke producten betaal je accijns?

- Waarom moeten we op deze producten accijns betalen?

Slide 8 - Tekstslide

7.3 Loon- en inkomstenbelasting
Deze les leer je:
- Het verschil tussen brutoloon en nettoloon
- Wat loonheffing is
- Wat inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen is

Slide 9 - Tekstslide

- Brutoloon is het loon waar nog belasting vanaf moet. Deze belasting wordt ook wel loonheffing genoemd.

- Nettoloon is het bedrag wat overblijft nadat de belasting eraf is gegaan. Dit bedrag wordt op je rekening gestort of contant betaald.

Brutoloon                 € 2000
Loonheffing -           €   500 -
Nettoloon                 €  1500

Slide 10 - Tekstslide

Wat betalen ondernemers over hun winst?

- Inkomstenbelasting

- Premie volksverzekeringen

Slide 11 - Tekstslide

Eindvragen
Wat is het verschil tussen brutoloon en nettoloon?

Wat betalen ondernemers over hun winst?

Slide 12 - Tekstslide

7.4 Motorrijtuigenbelasting
Deze les leer je:
- Wat motorrijtuigenbelasting is
- Waar de hoogte van motorrijtuigenbelasting van afhangt

Slide 13 - Tekstslide

Wat is motorrijtuigenbelasting?
Motorrijtuigenbelasting is een belasting op het bezit van een motorvoertuig.

Uitgezonderde motorrijtuigen zijn:
- Brommers
- Scooters

Slide 14 - Tekstslide

De hoogte van de motorrijtuigenbelasting hangt af van?
Hoeveel je betaalt aan motorrijtuigenbelasting hangt af van?

- Het gewicht van het voertuig

- De brandstof (benzine, diesel of gas)

Slide 15 - Tekstslide

Eindvragen
- Wat is motorrijtuigenbelasting?

- Hoeveel je betaalt aan motorrijtuigenbelasting hangt af van?

Slide 16 - Tekstslide

7.5 Geld voor de gemeente
Deze les leer je:
- Hoe de gemeente aan zijn geld komt
- Wat OZB is
- Wat het gemeentefonds is

Slide 17 - Tekstslide

Hoe komt de gemeente aan zijn geld?
- Onroerendezaakbelasting (OZB)
- Rioolheffing (je betaalt voor het gebruik van het riool)
- Afvalstoffenheffing (je betaalt voor het inzamelen en verwerken van het afval.
- Geld uit het Gemeentefonds

Slide 18 - Tekstslide

Onroerendezaakbelasting (OZB)
- Wordt betaald door de eigenaren van een huis of gebouw

- Hoe duurder je huis of gebouw, des te meer OZB je  betaalt

Slide 19 - Tekstslide

Geld uit het Gemeentefonds
- Wordt betaald door het Rijk (de overheid)
- Is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente

Slide 20 - Tekstslide

Eindvragen

- Welke inkomsten heeft de gemeente allemaal?

- Wat is OZB?

Slide 21 - Tekstslide