laatste les voor toets

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

le lundi 11 octobre 2021

Écouter

Tu vas écouter Hugo et Alice. Ils parlent de leurs vacances.

       

1     Alice is tijdens haar vakantie veel aan zee geweest. 

2    Alice is positief over haar vakantie in Spanje. 

3    Hugo heeft een actieve vakantie gehad. 

4    Het was zomers weer in Duitsland. 

5    Alice verheugt zich op haar vakantie in oktober. 

corrigé

Écouter exercice 1

• 1 vrai
  
• 2 vrai
  
• 3 vrai
  
• 4 faux
  
• 5 faux
  

vertaalzinnen

• 1   Les vacances ont été super.
• 2   J'ai rencontré des jeunes espagnols.
• 3    Tu as parlé français?
• 4    Il a fait beau.
• 5   Mes amis ont fait du camping.
• 6   Et nous avons fait du vélo.
• 7    Son frère n'a pas fait du vélo.

Traduis

8      J’ai eu l’idée de faire un voyage

9       On a été à un concert du rappeur Boef.

10     Faire du foot, c’est mon passe-temps préféré.

corrigé

8   Ik had (kreeg) het idee om een reis te maken.

9    We zijn bij een concert van de rapper Boef geweest.

10  Voetballen is mijn lievelingshobby.

Décris tes vacances

Schrijf op

- waar je op vakantie bent geweest

- met wie

- wat je hebt gedaan

- welke taal / talen je hebt gesproken

- wat voor weer het was

Laat je verhaal aan je buurman lezen en vraag om feedback

les nombres

oefen de getallen 0 - 100 met je buurman.

A noemt een getal in het Frans --> B noteert het in cijfers

Daarna andersom

1 punt voor elk goed antwoord

Wordwall

https://wordwall.net/nl/resource/438357/ch-3-bezittelijk-voornaamwoord-pronoms-possessifs

https://wordwall.net/resource/3516771/adjectifs-possessifs

https://wordwall.net/resource/2139532/adjectifs-possessifs-a11-singulier

Au boulot

leren voor de toets