Present Simple Quiz

• Engels
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Present Simple Quiz

Present Simple... wat weten we al?

SHIT-rule

SHIT betekent:

she, he, it

Vormen van 'to have'

I          have

you    have

he      has = SHIT

she   has = SHIT

it        has = SHIT

we     have

you   have

they have

Vormen van 'to be'

I          am

you    are

he      is= SHIT

she   is = SHIT

it        is = SHIT

we     are

you   are

they are

Wat gebeurt er met werkwoorden die eindigen op een -S klank bij HE/SHE/IT?
(kiss, bus...)

Hoe veranderen werkwoorden die op een medeklinker + -y eindigen bij HE/SHE/IT?
(worry, marry...)

Hoe veranderen werkwoorden die eindigen op een -o bij HE/SHE/IT?
(do, go)

He ..... (call) me.

1. call
2. calls
3. calling

He ..... (go) to the bus station.

1. go
2. goes
3. gos

We often ........... (talk) about or holiday.

1. talk
2. talks
3. talking

It .......... (start) in 10 minutes.

1. start
2. starts
3. starting

She .......... wash) herself.

1. wash
2. washes
3. washs

He ....... in the park. (walk)

She ..... English. (teach)

The baby ..... . (cry)

I ..... at the party. (dance)

She ..... her boyfriend. (kiss)

She .... a pretty girl (to be)

1. am
2. are
3. is

She ... a pretty girl (to be)

Wat zijn de vormen van 'to be'?

Ik snap de present simple

1. helemaal
2. voor het grootste gedeelte
3. een beetje
4. helemaal niet

Wat heb je nodig om jezelf te verbeteren?

1. Niets, ik ben klaar voor de toets
2. extra uitleg docent
3. Online oefenen met 'Slim Stampen'
4. extra opdrachten op papier