Present Simple Quiz

• Engels
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Present Simple vs present continuous

Wat is de tegenwoordige tijd?
Geef een voorbeeld.

SHIT-rule

SHIT betekend:

she, he, it

Vormen van 'to have'

I          have

you    have

he      has = SHIT

she   has = SHIT

it        has = SHIT

we     have

you   have

they have

Vormen van 'to be'

I          am

you    are

he      is= SHIT

she   is = SHIT

it        is = SHIT

we     are

you   are

they are

Wat gebeurt er met werkwoorden die eindigen op een -S klank bij HE/SHE/IT?

Hoe veranderen werkwoorden die op een -y klank eindigen bij HE/SHE/IT?

Hoe veranderen werkwoorden die eindigen op een -o bij HE/SHE/IT?

We often ........... (talk) about or holiday.

1. talk
2. talks
3. talking

I never ....... (wear) this dress to school.

1. wear
2. wears
3. wearing

The cat .......... (play) every day.

1. play
2. plays
3. playing
4. plaies

They ...... (visit) us every summer.

1. visit
2. visits
3. visiting

He ....... in the park every day. (walk)

She ..... English. (teach)

The baby ..... a lot. (cry)

She .... a pretty girl (to be)

1. am
2. are
3. is

We .... very happy together (to be)

1. am
2. are
3. is

Peter .... a beautiful green jacket (to have)

1. has
2. have

Anna & Tom ..... a dog called Sam (to have)

1. has
2. have

Wat zijn de vormen van 'to be'?

Ik snap de present simple

1. helemaal
2. voor het grootste gedeelte
3. een beetje
4. helemaal niet

Wat heb je nodig om jezelf te verbeteren?

1. Niets, ik ben klaar voor de toets
2. extra uitleg docent
3. nog een keer de LessonUp
4. extra opdrachten op papier