Hoofdstuk 1 les 2 Grammar Yes and No en Modals

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

What are we going to do today? 

- Homework revision 

- Grammar E

- Exercise 12,13,14,15

- Words A tm C

- British Council

Homework 

Ex 1 tm 9. 

Esmee

Beau 

Dorien 

Britt 

Short Answers

In het Engels is het ombeleefd om alleen Yes or No te zeggen. Daarom gebruik je vaak een korte zin waarin je het eerste werkwoord uit de vraag herhaalt. 

Did you know I am leaving today? (Ja dat wist ik)

Een hulpwerkwoord

Een hulpwerkwoord staat altijd voor het hoofdwerkwoord.

Een hulpwerkwoord helpt om meer betekenis aan de zin te geven, dus het helpt het hoofdwerkwoord.

I can help you out today. 

Modals (hulpwerkwoorden) 

Modals for permission 

Je gebruikt can in een bevestigende zin en can't in een ontkennende zin om te zeggen dat iets (niet) mag. Could gebruik je in beleefheidsvorm. 

You can go to the movies tonight. --> Je zegt dat het WEL mag.

You can't go to the bathroom. --> Je zegt dat het NIET mag.

Could I stay over tonight? --> Je vraagt of het mag. 

Hoe zeg ik: Je mag niet naar huis.

Hoe zeg je: Mag ik blijven eten?

1. Could I stay for diner?
2. Can I stay for diner?
3. Can't I stay for diner?
4. I cannot stay for diner.

Modals 

Je gebruikt am/are/is +allowed to + het hele werkwoord om te zeggen dat iets (niet) is toegestaan volgens de regels. (de wet of regels op school o.i.d) 

Are we allowed to take pictures here? --> Je vraagt of je iets mag doen volgens de regels. 

I am not allowed to curse at school. --> Je verteld dat het NIET mag volgens de school regels. 

Hoe zeg je: Ik mag hier niet parkeren. (am/are/is + allowed to + hele ww).

Do

1. We .... use the car today said my dad. (toestemming vragen)

2. ...... I have a cup of tea, please? (beleefd vragen) 

3. You ........ to use the dictionary during the test. (Volgens de regels mag het) 

4. ..... we watch a film tomorrow night? (toestemming vragen)

Do 

Exercise 12,13,14,15. 

Jubileum

1. Anniversary
2. Audience
3. Diversity
4. Cover

Ieder voor zich betalen

1. Front row
2. Give rise to
3. to go Dutch
4. Slightly

Bouncer

1. Optreden
2. Uitsmijter
3. Rekening
4. Struikelen

Bederven

1. Lead
2. Reduction
3. Spoil
4. Edition

Mompelen

1. Mutter
2. Flabbergasted
3. Enclosed
4. Mysterious

Slightly

1. Hoofdpunten
2. Bestrijken
3. Geheimzinnig
4. Een beetje

Do 

Do exercise 10&11

10: in pairs (tweetallen). 

British Council

Listen to the exercise.

Circle true or false