2H - woordenlijst H1
1 / 12
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
1 Wat is de betekenis van het woord financieren?
A
Je financiën op orde hebben.
B
Betalen
C
Een financieel expert raadplegen.
D
Geen idee!
Slide 3 - Quizvraag
2 Wat is de betekenis van het woord schril?
A
Schraal
B
Een gil
C
Scherp
D
Schel
Slide 4 - Quizvraag
3 Noteer de betekenis van het woord veelvuldig.
Slide 5 - Open vraag
4 Noteer de betekenis van het woord imiteren.
Slide 6 - Open vraag
5 Vul een woord uit de woordenlijst in:
De Nederlandse schaatsters hebben ... gewonnen, maar het is niet eerlijk gegaan.
De Nederlandse schaatsters hebben ... gewonnen, maar het is niet eerlijk gegaan.
Slide 7 - Open vraag
6 Vul een woord uit de woordenlijst in:
Sommige dingen die je dagelijks vaak ... doet zijn eigenlijk heel gevaarlijk, zoals fietsen met je telefoon in je hand.
Sommige dingen die je dagelijks vaak ... doet zijn eigenlijk heel gevaarlijk, zoals fietsen met je telefoon in je hand.
Slide 8 - Open vraag
7 Vul een woord uit de woordenlijst in:
De caissière hield ... de kassa in de gaten, want er liep een oplichter in de winkel.
De caissière hield ... de kassa in de gaten, want er liep een oplichter in de winkel.
Slide 9 - Open vraag
8 Vul een woord uit de woordenlijst in:
Een beetje dollen vindt een leraar niet erg, maar hij zal ... ... propjes gooien.
Een beetje dollen vindt een leraar niet erg, maar hij zal ... ... propjes gooien.
Slide 10 - Open vraag
9 Vervang het woord 'logeren' door een woord uit Woorden 1.
Deze zomer logeren wij in een Zweedse blokhut.
Deze zomer logeren wij in een Zweedse blokhut.
Slide 11 - Open vraag
10 Vervang het woord 'verzekeren' door een woord uit Woorden 1.
Ik kan je verzekeren dat het afzien wordt.
Ik kan je verzekeren dat het afzien wordt.
