Volgende week heb je een toets voor wiskunde.
Jouw klasgenoot is heel goed in wiskunde. Je wilt met je klasgenoot leren voor de toets wiskunde.
Je mailt je klasgenoot. Je vraagt aan je klasgenoot of hij met jou wil leren voor de toets wiskunde.
Je krijgt een blaadje. Schrijf de e-mail naar een klasgenoot.
De docent maakt tweetallen.