H8 Les 1

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1-4

Hoofdstuk 8 Deel 1

Verhoudingen

Planning

- Opstart (5 min.)

- LessonUp (20 min.)

- Huiswerk maken (15 min.)

- Afsluiting (5 min.)

Lesdoelen

- Ik weet wat een verhouding is

- Ik kan een verhoudingstabel invullen

-  Ik kan berekeningen maken met verhoudingen

Instapopdracht:
5 muffins kosten 3 euro. Wat kosten 15 muffins?

1. 3 euro
2. 6 euro
3. 9 euro
4. 12 euro

Verhoudingen

Een verhouding bestaat uit twee of meer getallen. Je komt verhoudingen tegen bij hoeveelheden, prijzen en aantallen.

Bijvoorbeeld: 

In 1 pak zitten 24 rollen wc-papier

Dit is een verhouding tussen het aantal 

pakken wc-papier en het aantal rollen wc-papier.

In 2 uur leg je 12 kilometer af.
Vul in: Dit is een verhouding tussen ......... en ...........

Je koopt 3 appelflappen voor €2,40
Vul in: Dit is een verhouding tussen ......... en ...........

Verhoudingstabel

Je kunt verhoudingen in een verhoudingstabel zetten. Je schrijft in elke rij van de tabel een ander getal uit de verhouding. 

Verhoudingstabel

Vul in:

Vul in (ook de linkerkant):

Rekenen met verhoudingen

Om met verhoudingen te rekenen, kun je een verhoudingstabel gebruiken. Om met een verhouding te vergroten, moet je beide getallen in de verhouding met hetzelfde getal vermenigvuldigen.

Rekenen met verhoudingen

3 kg peren kost €1,50. Hoeveel kost 6 kg peren? Schrijf ook je berekeningen op.

4 dozen aardbeien kosten €6. Hoeveel kosten 16 dozen? Schrijf ook je berekeningen op.

2 bioscoopkaartjes kosten €16. Hoeveel kosten 10 bioscoopkaartjes? Schrijf ook je berekeningen op.

Rekenen met verhoudingen

Je kunt met een verhouding ook verkleinen. Je moet dan beide getallen in de verhouding door hetzelfde getal delen.

Rekenen met verhoudingen

6 meter stof kost €36. Hoeveel kost 2 meter stof? Schrijf ook je berekeningen op.

Je hebt 1 liter melk nodig voor 16 pannenkoeken.
Hoeveel liter melk heb je voor 8 pannenkoeken nodig? Schrijf ook je berekeningen op.

Geef aan hoe goed je dit snapt

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

Hoe?	Zelfstandig Ik loop rond voor vragen
Blz.	Hoofdstuk 8.1 & 8.2 begint op blz. 160
Opdr.	1 t/m 11 Er moet een berekening bij.
Klaar?	Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort.