H2 - Wat voor consument ben jij?

2. Wat voor consument ben jij?
Exameneenheid Consumptie

Inleiding en voorkennis
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare school

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2. Wat voor consument ben jij?
Exameneenheid Consumptie

Inleiding en voorkennis

Slide 1 - Tekstslide

Thuiswinkelen
Consumenten kopen steeds meer online. Ieder jaar stijgen de online consumentenbestedingen met gemiddeld 10%. Wel worden de bestellingen door online kopers steeds kleiner. Het gemiddeld besteed bedrag per 
bestelling daalt daardoor. 

Hiernaast staan enkele gegevens over 
thuiswinkelen in Nederland.

Slide 2 - Tekstslide

1. Welke producten koop jij bij voorkeur online? En wat koop je het liefst in een gewone winkel?

Slide 3 - Open vraag

2. Denk jij dat gewone winkels in de toekomst helemaal zullen verdwijnen? Waarom wel of niet?

Slide 4 - Open vraag

3. Bereken het gemiddeld besteed bedrag per bestelling.

Slide 5 - Open vraag

4. Er wordt regelmatig onderzoek gedaan naar redenen om online of in een gewone winkel te kopen. Noem twee redenen die consumenten kunnen hebben om online te kopen (thuiswinkelen).

Slide 6 - Open vraag

5. Noem ook twee redenen waarom mensen liever 'gewoon' winkelen in plaats van te thuiswinkelen.

Slide 7 - Open vraag

      Theorie

Bijna dagelijks ben je aan het consumeren. Dat betekent dat je goederen of diensten koopt om je behoeften te vervullen. Meestal gaat dit goed, maar soms koop je een product dat niet doet wat het belooft.

Gelukkig zijn er consumentenorganisaties. Zij komen op voor de belangen van consumenten. Voorbeelden van dit soort organisaties zijn de Consumentenbond en de ANWB. Zij doen regelmatig een vergelijkend warenonderzoek. In zo'n onderzoek worden dezelfde producten van verschillende merken met elkaar vergeleken, bijvoorbeeld op prijs, kwaliteit en energieverbruik. 

Slide 8 - Tekstslide

      Theorie

Als je iets koopt, heb je altijd recht op een deugdelijk product. Dat betekent dat een product bij normaal gebruik een redelijke tijd moet meegaan. Fabrikanten geven meestal garantie op hun producten. Tijdens de garantieperiode heb je als consument recht op gratis reparatie, vervanging van het product of teruggave van het aankoopbedrag. Voor bijvoorbeeld elektronica is er in de Europese Unie (EU) een wettelijke garantietermijn van twee jaar afgesproken.

Slide 9 - Tekstslide

      Theorie

Je wilt natuurlijk dat producten die je koopt veilig zijn en je gezondheid niet in gevaar brengen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is een overheidsinstelling die de veiligheid van voedsel en andere producten controleert. Producten die schadelijk zijn voor je gezondheid of onveilig zijn, mogen niet worden verkocht.
Consumptie van goederen en diensten kan milieuschade opleveren, bijvoorbeeld door afval van verpakkingen of uitstoot van (uitlaat-)gassen. Door recycling worden nieuwe materialen gemaakt uit afval. Zo is er minder milieuschade.

Slide 10 - Tekstslide

Consumentenorganisaties

Consumeren

Deugdelijk product

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Recycling

Vergelijkend warenonderzoek
Organisaties die opkomen voor de belangen van de consument.
Het kopen van goederen of

Slide 11 - Tekstslide

Organisaties die opkomen voor de belangen van de consument
Het kopen van goederen of diensten om je behoeften te vervullen.
Een product dat bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaat.
Een overheidsinstelling die de veiligheid van voedsel en andere producten controleert.
Het maken van nieuwe materialen uit afval.
Onderzoek waarbij dezelfde producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken. Daarbij wordt onder andere gelet op prijs, kwaliteit en milieugevolgen.
Consumentenorganisaties
Consumeren
Deugdelijk product
Nederlandse voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Recycling
Vergelijkend warenonderzoek

Slide 12 - Sleepvraag

Weet je het nog?
Beantwoord de vragen op de volgende slides. Als je het antwoord niet weet, lees dan de theorie op de voorgaande slides.

Slide 13 - Tekstslide

1. Goederen of diensten kopen om in je behoeften te voorzien, noem je .....

Slide 14 - Open vraag

Afbeelding bij volgende vragen

Slide 15 - Tekstslide

2. Hoe noem je een onderzoek van tonijnsalades, zoals dat op de vorige slide staat?

Slide 16 - Open vraag

3. Lees de uitleg over 'Beste koop' en 'Beste uit de test'.
Welke tonijnsalade uit het onderzoek hiervoor kreeg volgens jou het oordeel 'Beste koop'?
Verklaar je antwoord

Slide 17 - Open vraag

4. Achter welke letter staat een taak van een Consumentenorganisatie?
A
Opkomen voor de belangen van Nederlandse producenten.
B
Het controleren van de veiligheid van voedsel.
C
Het testen van verschillende merken autobanden.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 18 - Quizvraag

5. Noem twee voorbeelden van consumentenorganisaties.

Slide 19 - Open vraag

6. Je mobieltje gaat na vier maanden kapot. Je hebt hem normaal gebruikt. In dit geval is je mobieltje geen ..... product.

Welk begrip hoort op de plek van de puntjes te staan?

Slide 20 - Open vraag

7. Wat wordt bedoeld met garantie op een product?

Slide 21 - Open vraag

8. Hoe lang is de wettelijke garantietermijn op bijvoorbeeld een televisie?

Slide 22 - Open vraag

9. Welke instantie controleert of bijvoorbeeld voedingsmiddelen en speelgoed veilig zijn voor de consument?

Slide 23 - Open vraag

Deze afbeelding hoort bij vraag 10.

Slide 24 - Tekstslide

10. Welke twee vormen van milieuschade zie je op de afbeelding?

Slide 25 - Open vraag

11. Leg uit waarom recycling milieuschade kan beperken.

Slide 26 - Open vraag

12. Bekijk het recyclelogo hiernaast. Noem twee voorbeelden van producten waar dit logo op kan staan.

Slide 27 - Open vraag

Dit is het einde van deze LessonUp!. 

Deze theorie en vragen zijn de inleiding van het thema Consumeren.

Slide 28 - Tekstslide