3.8 DNA-technieken

3.8 Dna-technieken
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.8 Dna-technieken
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.7
  • Je kunt toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
  • Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen 3.7
  • Evolutionaire stamboom
  • Verwant(schap)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 3.8
  • Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Biotechnologie
  • Bij allerlei technieken worden organismen gebruikt om producten voor mensen te maken.
  • De verzamelnaam voor deze technieken is biotechnologie.
  • Sommige vormen van biotechnologie zijn al heel oud, bijvoorbeeld gist gebruiken om brood te bakken.
  • Hierbij gebruiken mensen de organismen zoals ze zijn, zonder ze te veranderen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

recombinant-DNA-technieken
  • Met recombinant-DNA-technieken kun je DNA van de ene soort overbrengen naar het DNA van een andere soort.
  • Zo kun je de eigenschap van één soort overbrengen naar een andere soort.
  • Een voorbeeld zijn bacteriën die het menselijke hormoon insuline maken. Insuline wordt gemaakt door bacteriën waarin een menselijk gen is ingebracht. Deze insuline wordt door mensen met diabetes gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Crispr-cas-techniek
  • Met  crispr-cas kun je heel nauwkeurig in het DNA 'knippen en plakken'.
  • Dit is een vorm van gene editing.
  • Gene editing wordt gebruikt om genen te repareren, te verwijderen of juist toe te voegen in het DNA van een organisme.
  • In de gezondheidszorg wordt dit bijvoorbeeld ingezet om erfelijke bloedziekten te genezen.

Slide 10 - Tekstslide

Genetische modificatie
  • Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens wordt genetische modificatie genoemd.
  • Een genetisch gemodificeerd organisme noem je transgeen.
  • Meestal zijn het bacteriën en schimmels die genetisch worden gemodificeerd, maar soms ook planten en dieren.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

DNA
  • Ieder mens heeft zijn eigen, unieke DNA (behalve eeneiige tweelingen). 
  • Hierdoor kun je DNA gebruiken om misdaden op te lossen.
  • De verschillende gevonden DNA worden dan vergeleken.
  • Met een DNA-test kan ook worden onderzocht of je familie van elkaar bent, doordat DNA altijd afkomstig is van je biologische vader en moeder. Dat heet DNA-verwantschapsonderzoek. 

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen 3.8
  • Biotechnologie
  • Genetische modificatie

Slide 15 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 3.7: 1, 2, 4, 5 en 6
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.

 

timer
25:00

Slide 17 - Tekstslide