H2.4 Slaven worden vrij

H2.4 Slaven worden vrij
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2.4 Slaven worden vrij

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
- Je kunt drie argumenten noemen waarmee slavernij in de 19e eeuw werd verdedigd.
- Je kunt twee argumenten van abolitionisten noemen tegen slavenhandel en slavernij, en uitleggen hoe zij anderen probeerden te overtuigen.
- Je kunt beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

Slide 2 - Tekstslide

Slavernij in de Nederlandse Koloniën
-In Nederlands-Indië mensen uit Azië als slaven in de mijnen, de havens en in de landbouw.
-In Suriname en op de Antillen werkten tot slaaf gemaakte mensen op katoen-, suiker- of tabaksplantages. 

 - Slaven hadden geen rechten en konden geen gezinsleven opbouwen. 
- Ze waren het bezit van hun eigenaar. 
- Werden gedwongen tot hard werken. Mishandeling en seksueel misbruik.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slavernij werd met drie argumenten verdedigd.
1. De Bijbel: Volgens sommigen stond daarin dat zwarte mensen knechten zijn. 
2. De Afrikanen en Aziaten minder beschaafd waren en daarom  minderwaardig waren aan Europeanen. 
 3. Economisch: Volgens sommigen was slavernij de enige manier waarop de koloniën winstgevend konden zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Protesten tegen slavernij
 Een beweging die streefde naar de afschaffing van slavenhandel en slavernij. Die beweging heet het abolitionisme. 

Het abolitionisme ontstond als eerste in Groot-Brittannië en Frankrijk. Rond 1840 ontstond er ook een beweging van abolitionisten in Nederland.

Slide 7 - Tekstslide

Abolitionisten vonden slavenhandel en slavernij om twee redenen verkeerd. 
1. Slavernij ging in tegen het idee dat alle mensen vrij en gelijk waren. 
2. Veel christenen vonden dat slavernij tegen het christendom inging. Volgens hen was in het christendom naastenliefde het meest belangrijk en die gold ook voor zwarte mensen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De afschaffing van slavenhandel en slavernij
1807 verbood het Britse parlement de slavenhandel
1814  verbood Nederland de slavenhandel in 1814
1833 Groot-Brittannië verbood slavernij in de Britse koloniën.
1860 Nederlands-Indië verbood slavernij in . 
1 juli 1863 schafte de regering de slavernij af in Suriname en op de Antillen.

Op 1 juli wordt Ketikoti gevierd, een Surinaamse naam die ‘ketenen gebroken’ betekent.

Slide 10 - Tekstslide

Contractarbeiders
Om te voorkomen dat er te weinig arbeiders op de plantages waren, moesten de voormalige slaven in Suriname na 1863 nog tien jaar op de plantages werken. 

Vanaf 1870 werden arbeiders uit Brits-Indië en Java gehaald. Zij werkten als contractarbeiders. vijf jaar lang werken op een plantage. In ruil daarvoor kregen ze een laag loon en – na vijf jaar – recht op een terugreis of een stukje grond en een geldbedrag. Ze konden hun contract niet verbreken.

Slide 11 - Tekstslide