toets 9 en 10

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Steenkool
B
Aardgas
C
Hout
D
Aardolie
1 / 44
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Steenkool
B
Aardgas
C
Hout
D
Aardolie

Slide 1 - Quizvraag

Wat zijn de eigenschappen van metalen?

Slide 2 - Woordweb

Wat zijn duurzame energie bronnen
A
biomassa
B
kernenergie
C
aardolie
D
aardgas

Slide 3 - Quizvraag

Waar wordt plastic van gemaakt?
A
aardolie
B
aardgas
C
ijzer
D
papier

Slide 4 - Quizvraag

Een koolwaterstof heeft de molecuulformule C18H38. Wat voor soort koolwaterstof is dit?
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Een koolwaterstof met een dubbele binding tussen C-atomen, noemen we onverzadigd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Geleidt deze stof stroom?
C6H12O6(aq)
A
ja, het is een zout
B
nee, het is een zout
C
ja, het is een moleculaire stof
D
nee, het is een moleculaire stof

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor soort stof is stikstofdioxide?
A
moleculaire stof
B
zout
C
metaal
D
geen van de opties

Slide 8 - Quizvraag

ijzersulfide is een ... stof
A
ionaire
B
moleculaire

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet een mengsel tussen twee metalen
A
moleculaire stof
B
ionaire stof
C
atomaire stof
D
legering

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet een verbinding tussen een metaal en een niet-metaal
A
moleculaire stof
B
ionaire stof
C
atomaire stof
D
legering

Slide 11 - Quizvraag

Welke verbinding heeft de volgende ontleedbare stof.
IJzeroxide
A
ionaire verbinding
B
moleculaire verbinding

Slide 12 - Quizvraag

wat is het meest gevaarlijke aspect van natrium volgens binas

Slide 13 - Open vraag

Het thermoharder kan niet smelten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Hiernaast zie je een plastic drinkflessen. Wat is dit
A
Thermoharder
B
Thermoplast

Slide 15 - Quizvraag

Legeringen worden vaak toegepast als materiaal. Wat is een legering? Een legering is:
A
een mengsel van metalen
B
een mengsel van ijzererts en cokes
C
een mengsel van ijzererts en kopererts
D
een mengsel van kunststoffen en metalen

Slide 16 - Quizvraag

waaruit bestaat nordic gold

Slide 17 - Open vraag

Welke straling kan de meeste schade aanrichten?
A
alfa straling
B
beta- straling
C
beta+ straling
D
gamma straling

Slide 18 - Quizvraag

Welke soort straling is schadelijk voor je lichaam?
A
Alfa-straling
B
Bèta-straling
C
Gamma-straling
D
Zeta-straling

Slide 19 - Quizvraag

Van welke straling word je bruin van?
A
Infrarode straling
B
UV straling
C
UV + infrarode straling
D
zichtbaar licht

Slide 20 - Quizvraag

Door welk soort straling kan je kanker bestrijden?
A
ultraviolette straling
B
röntgenstraling
C
Ioniserende straling

Slide 21 - Quizvraag

Hoe beschermt een tandarts zich als deze een rontgenfoto wil maken.

Slide 22 - Open vraag

Geef de verhoudingsformule voor kalium-ionen en zwavel-ionen.

Slide 23 - Open vraag


Uit welk type deeltjes bestaat CaF2?
A
positieve en negatieve ionen
B
Bestaat niet uit ionen, maar uit neutrale atomen.
C
alleen positieve ionen
D
alleen negatieve ionen

Slide 24 - Quizvraag


Uit welk type deeltjes bestaat NaCl?
A
positieve en negatieve ionen
B
Bestaat niet uit ionen, maar uit neutrale atomen.
C
alleen positieve ionen
D
alleen negatieve ionen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de formule van het zout aluminiumoxide, dat Al3+ ionen en O2-ionen bevat?
A
Al3O2
B
2Al3O
C
AlO
D
Al2O3

Slide 26 - Quizvraag

Welke deeltjes ontstaan bij het oplossen van zouten?

Slide 27 - Open vraag

Oplossen zouten
Veel zouten lossen goed op in water.
Geef de vergelijking van het oplossen van ijzer(III)sulfaat in water. (3p)

Slide 28 - Open vraag

Oplossen zouten
Veel zouten lossen goed op in water.
Geef de vergelijking van het oplossen van aluminiumchloride in water. (3p)

Slide 29 - Open vraag

Wat is de juiste notatie voor een loodnitraat oplossing?
A
PbNO3(aq)
B
Pb+(aq)+NO3(aq)
C
Pb(NO3)2(aq)
D
Pb2+(aq)+2NO3(aq)

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de juiste notatie voor een oplossing van calciumoxide?



A
CaO(aq)
B
Ca2+(aq)+O2(aq)
C
Ca2+(aq)+2OH(aq)

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de formule (notatie) van een oplossing van kaliumhydroxide?

Slide 32 - Open vraag

Wat is de rationele naam van N2O?
A
Stikstofoxide
B
Stikstofdioxide
C
Distikstofoxide
D
Distikstofmonooxide

Slide 33 - Quizvraag

de formule van tin chloride =SnCl2.
Wat is de lading van het Sn-ion

Slide 34 - Open vraag

Welke kleur heeft een oplossing van ijzer(III)chloride?
A
blauw
B
lichtgeel
C
lichtgroen
D
bruin

Slide 35 - Quizvraag

Bij het samenvoegen van een ijzer(II)sulfaat-oplossing en een natriumhydroxide-oplossing ontstaat een neerslag.

Welke kleur heeft dit neerslag?
A
wit
B
geel
C
groen
D
bruin

Slide 36 - Quizvraag

Gebruik je BINAS
Is loodnitraat oplosbaar in water?

A
goed oplosbaar
B
matig oplosbaar
C
slecht oplosbaar
D
het bestaat niet of het reageert met water

Slide 37 - Quizvraag

Geef de formule van soda (dit is een triviale naam)

Slide 38 - Open vraag

Wat is de triviale naam van calciumhydroxideoplossing?
A
Natronloog
B
kaliloog
C
Kalkwater
D
Kalkloog

Slide 39 - Quizvraag

Welke lading heeft een strontium-ion?
A
1+
B
2+
C
1-
D
2-

Slide 40 - Quizvraag

Geef de verhoudingsformule voor Al3+ en O2-

Slide 41 - Open vraag

Geef de verhoudingsformule voor kaliumionen en carbonaationen

Slide 42 - Open vraag

Geef de verhoudingsformule van calciumchloride en van ijzer(II)fosfaat

Slide 43 - Open vraag

Geef de juiste namen van
A.

B.
Fe(NO2)2
CuBr

Slide 44 - Open vraag