3.6 Vermenigvuldigen en delen met ronde getallen

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 3.6 Vermenigvuldigen en delen met ronde getallen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: 3.6 Vermenigvuldigen en delen met ronde getallen
1.
Lesopening
2. 
Lesdoelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je werkboek van rekenen en 
laat deze nog even dicht op tafel liggen. 


Huiswerk controle: 
3.5 opdracht 45 t/m 51

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- kun je vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen zonder het woord miljoen of miljard schrijven
- kun je delen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen met het woord miljoen of miljard schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig 3.6 opdracht 52 t/m 67 op blz 82 t/m 86
n.v.t.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Krystian, Gijs, Jochem, Jamie & Jessica (2F)

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
Jaysen (2F) & Niek (1F)

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check.

Pak een kladblaadje om op te schrijven tijdens de mini-check.  

Slide 5 - Tekstslide

Bereken:
34,72 x 10 =

Slide 6 - Open vraag

Bereken:
6167 : 1000 =

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de getallen met alleen cijfers:
1,9 miljoen

Slide 8 - Open vraag

Schrijf met het woord miljard:
8 320 000 000

Slide 9 - Open vraag

Wie maakt wat:
3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 3.6 opdracht 52 t/m 67 op blz 82 t/m 86.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Tekstslide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 11 - Tekstslide

Vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000
Bij vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000 hoef je de getallen niet onder elkaar te zetten. Het kan uit het hoofd.

34,73 x 10 =
6,932 x 100 =
0,061 x 1000 = 

Slide 12 - Tekstslide

Grote getallen
Duizend = 1000                      3 nullen
Miljoen = 1 000 000              6 nullen
Miljard = 1 000 000 000      9 nullen

1,23 miljoen in cijfers. De komma schuift 6 plaatsen naar rechts

0,25 miljoen in cijfers. De komma schuift 9 plaatsen naar rechts

Slide 13 - Tekstslide

Delen door 10, 100 of 1000
Je kunt een decimaal getal delen door 10, 100 of 100. Je hoeft geen staartdeling te maken. Het kan uit het hoofd. 

34,72 : 10 =
6,9 : 100 = 
40,5 : 1000 = 

Slide 14 - Tekstslide

Grote getallen
Je kunt van grote getallen met alleen cijfers getallen maken met het woord miljoen of miljard. Je gaat dan het getal delen door miljoen of miljard. 

Schrijf 5 670 000 met het woord miljoen. De komma schuift 6 plaatsen naar links = 5,67 miljoen

Schrijf 850 000 000 met het woord miljard. De komma schuift 9 plaatsen naar links = 8,5 miljard

Slide 15 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Krystian, Gijs, Jochem, Jamie & Jessica (2F): jullie maken zelfstandig les 3.6 opdracht 52 t/m 67 op blz 82 t/m 86

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jaysen (2F) & Niek (1F): wij maken klassikaal opdracht 53, 62 en 66 (volgende slide)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 3.6 opdracht 52 t/m 67 op blz 82 t/m 86



Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren
2. Automatiseringsblad maken
3. Leren/huiswerk maken voor een ander vak.
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide


- kun je vermenigvuldigen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen zonder het woord miljoen of miljard schrijven
- kun je delen met 10, 100 of 1000
- kun je grote getallen met het woord miljoen of miljard schrijven. 
7. Evaluatie
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Woensdag 3 april
3.6 opdracht 52 t/m 67
Toetsen:
-

Slide 20 - Tekstslide