6.2 Particulier of collectief

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Behandelen Hoofdstuk 6 paragraaf 2 (25 min)
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

6.2. Collectief en particulier

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Collectief goed: Ja of Nee?

Slide 5 - Tekstslide

Collectief: Ja of Nee?

Slide 6 - Tekstslide

6.2. Collectief en particulier (B) /
5.2. Particulier en Collectief (K)

Slide 7 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat er bedoeld wordt met de collectieve sector en
      voorbeelden noemen.
  • uitleggen wat de sociale zekerheid is en solidariteitsbeginsel is *.
  • uitleggen wat er bedoeld wordt met de particuliere sector en
      voorbeelden noemen.
  • uitleggen wat een kartel is *.
  • uitleggen wat nationalisatie en privatisering is *.
Wat gaan we leren?

Slide 8 - Tekstslide

  • De collectieve sector zijn
      instellingen die afhankelijk zijn van geld
      dat ze uit de belastingen en sociale
      premies krijgen.
  • Deze bestaat uit:  mensen die werken voor
      de overheid, mensen die werken voor de
      gesubsidieerde instellingen (school,
      bibliotheek) en mensen die werken bij de
      instellingen die zorgen voor de sociale
      zekerheid.

Collectieve sector

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

  • De particuliere sector zijn alle bedrijven
      die naar winst streven (winkels,
      restaurants, taxibedrijven etc.).
  • Zij zijn afhankelijk van de
     verkoopopbrengsten en moeten dus winst
     maken. Anders gaan ze failliet.
  • Zij mogen zelf weten hoe en wat ze
      produceren, zolang ze zich maar houden
      aan de regels van de overheid.

Particuliere sector

Slide 13 - Tekstslide

  • De collectieve sector (overheid) winkelt
      bij de particuliere sector.
      Voorbeeld: het schoonmaakbedrijf dat bij
      de gemeente schoonmaakt, het bedrijf dat
      voedsel levert voor de personeelskantine.
  • De overheid is ook (mede-)eigenaar van
      sommige bedrijven in de particuliere
     sector, bijvoorbeeld sommige banken, maar
     ook de NS en Schiphol.
  • De overheid deelt mee in de winst van de
     bedrijven.
Waar winkelt de overheid?

Slide 14 - Tekstslide

  • Een sociale uitkering is een
      bedrag dat de overheid betaalt
      om de gevolgen van bijvoorbeeld
      ziekte, werkloosheid en
      ouderdom op te vangen.
  • Sociale premies is geld dat de
      overheid vraagt voor de sociale
      verzekeringen. Iedereen met een
      inkomen betaalt hier aan mee.
Sociale uitkeringen en sociale premies

Slide 15 - Tekstslide

  • Sociale zekerheid zijn alle maatregelen
     waarmee de overheid ervoor zorgt dat
     iedereen verzorging of inkomen krijgt die
     daar zelf niet voor kan 
    zorgen.
  • Solidariteitsbeginsel het uitgangspunt dat
      mensen met een inkomen meebetalen aan
      uitkeringen en zorg voor mensen die geen
      inkomen hebben of geen zorg kunnen
      regelen.
Sociale zekerheid *

Slide 16 - Tekstslide

  • Een kartel is een groep
     bedrijven die samen
     afspraken hebben om
     de concurrentie te
     verminderen.
  • Dit is verboden!
Kartel *

Slide 17 - Tekstslide

  • Privatisering is het overgaan van
      instellingen van de collectieve
      naar de particuliere sector
  •  Nationalisatie is het overgaan
       van bedrijven of instellingen van
       de particuliere naar de
       collectieve sector.
Privatisering en Nationalisatie *
1989
2013

Slide 18 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 19 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken opdrachten paragraaf 2

  • Lees de theorie 
  • Maak de opdrachten 

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Tekstslide

Gatentekst
1) _______ is het systeem van de overheid dat mensen zonder inkomen ondersteunt. Dit gebeurd op basis van het 2) _______. Dit betekent dat degenen die meer verdienen meer betalen, zodat degenen die minder verdienen of kwetsbaarder zijn, ook kunnen rekenen op ondersteuning. 3) _______ zijn voor gezamenlijk gebruik, waarvoor de overheid zorgt, zoals parken, havens en veiligheid. De collectieve sector en sociale zekerheid worden betaald van belastinggeld en 4) _______. Bedrijven en huishoudens die bestaan zonder geld van de overheid noemen we de 5) _______. 6) _______ werken voor de overheid en voeren taken uit om ons te helpen. Als de overheid taken aan de particuliere sector geeft noemen we dat 7) _______. Andersom noemen we wat dat 8) _______.

Vul in in de tekst!
  • Collectieve
     goederen
  • Sociale zekerheid *
  • Privatisering *
  • Particuliere sector
  • Ambtenaar
  • Sociale premies
  • Nationaliseren *
  • Solidariteitsbeginsel

Slide 23 - Tekstslide

Gatentekst
SOCIALE ZEKERHEID is het systeem van de overheid dat mensen zonder inkomen ondersteunt. Dit gebeurd op basis van het SOLIDARITEITSBEGINSEL. Dit betekent dat degenen die meer verdienen meer betalen, zodat degenen die minder verdienen of kwetsbaarder zijn, ook kunnen rekenen op ondersteuning. COLLECTIEVE GOEDEREN zijn voor gezamenlijk gebruik, waarvoor de overheid zorgt, zoals parken, havens en veiligheid. De collectieve sector en sociale zekerheid worden betaald van belastinggeld en SOCIALE PREMIES. Bedrijven en huishoudens die bestaan zonder geld van de overheid noemen we de PARTICULIERE SECTOR. AMBTENAREN werken voor de overheid en voeren taken uit om ons te helpen. Als de overheid taken aan de particuliere sector geeft noemen we dat PRIVATISERING. Andersom noemen we wat dat NATIONALISEREN.



Slide 24 - Tekstslide