les 3.1 Van mond tot stront spijsvertering

Van mond tot stront
Het spijsverteringskanaal






Periode 5
Week 2
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Van mond tot stront
Het spijsverteringskanaal






Periode 5
Week 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Op het einde van de les:
Je kent de organen van het spijsverteringsstelsel
Je weet de weg die voeding aflegt van mond tot kont 
Je weet hoe voedsel verteert wordt


Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Waar hebben we het over gehad?
Herhaling

Slide 3 - Woordweb

De spijsvertering


Wat weet jij al?

Slide 4 - Tekstslide

Spijsverteringsstelsel
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Blinde darm

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Video

Mondholte
De mondholte bestaat uit het gebit, de tong en de speekselklieren

Wat is nummer 1?
Wat is nummer 2?
ondertong- en
onderkaakspeekselklier
2
(oor)speekselklier
1

Slide 7 - Tekstslide

Slokdarm
De slokdarm brengt het voedsel van de keel naar de maag.
  • de holte is geplooid en gevuld met slijm
slijm
S
kringspieren
K
lengtespieren
L

Slide 8 - Tekstslide

De maag
Na de slokdarm komt de maag 

  • de maag kneedt het voedsel
  • zoutzuur

Slide 9 - Tekstslide

Maag
Lever
Slokdarm
Dunne darm
Galblaas
Alvleesklier 

Slide 10 - Sleepvraag

12v-darm en alvleesklier

Vanuit de maag komt het zure voedsel in de dunne darm; 
  • Daar worden verteringssappen  toegevoegd.
alvleesklier
A
galblaas
G
twaalfvingerige darm
T

Slide 11 - Tekstslide

12v-darm en alvleesklier

De alvleesklier maken sappen aan. Deze sappen helpen het voedsel te verteren. 


alvleesklier
A
galblaas
G
twaalfvingerige darm
T

Slide 12 - Tekstslide

Lever en galblaas
Gal wordt toegevoegd aan de dunne darm om te helpen verteren. 

galblaas
galbuis
van de lever
naar de 12v-darm

Slide 13 - Tekstslide

Lever en galblaas
De functie van gal is grote vetdruppels klein maken.
Hierdoor kan vet beter verteerd worden. 

Slide 14 - Tekstslide

Waar zien jullie de lever?

Slide 15 - Tekstslide

De dunne darm
Verdere functie dunne darm;
  • maakt darmsap
  • neemt de verteringsproducten op in het bloed

Slide 16 - Tekstslide

De blindedarm, dikke darm en endeldarm



Onverteerbare resten komen vanuit de dunne darm in de dikke darm terecht.
De functie van de dikke darm is oa...
  • het onttrekken van water (indikken van de resten)

Slide 17 - Tekstslide

De blindedarm, dikke darm en endeldarm


De resten leggen deze weg af...
  • blinde darm met wormvormig aanhangsel 
  • endeldarm waar de ontlasting wordt opgeslagen, met de anus als afsluitspier (kringspier)
Blinde darm
B
Endeldarm
A

Slide 18 - Tekstslide

Jan eet een banaan, heeft gekauwd en slikt het door, in welk orgaan komt het terecht?
A
Slokdarm
B
Maag
C
Dunne darm
D
Galblaas

Slide 19 - Quizvraag

In welk orgaan wordt de banaan goed klein gekneed?
A
In de slokdarm
B
In de maag
C
In de dikke darm
D
In de alvleesklier

Slide 20 - Quizvraag

In welk orgaan worden sappen toegevoegd om lde banaan verder te verteren?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Galblaas

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van de dikke darm?
A
Opnemen van voedingsstoffen
B
Onttrekken van water

Slide 22 - Quizvraag

Waar wordt ontlasting opgeslagen?
A
Eerste deel van de dikke darm
B
Middelste stuk van de dikke darm
C
Laatste stuk van de dikke darm
D
Geen van drie

Slide 23 - Quizvraag

Hoe lang duurt het voor voeding om van mond tot kont te komen?
A
6 - 12 uur
B
12 - 18 uur
C
12 - 24 uur
D
24 - 48 uur

Slide 24 - Quizvraag

Veel voorkomende problemen
Veel voorkomende problemen met de spijsvertering
- Obstipatie
- Diarree 
- Norovirus 
- Maagzuur 

Slide 25 - Tekstslide

Stoelgang kaart

Slide 26 - Tekstslide

Obstipatie
Obstipatie is het weinig frequent en met moeite produceren van ontlasting. Meestal is de ontlasting hard 

Slide 27 - Tekstslide

Diarree
Is drie keer of vaker per dag naar het toilet gaat en de ontlasting ongevormd en dun is.

Je kunt last hebben van:
Buikpijn, buikkrampen, misselijkheid, braken, koorts, buikpijn, en een algeheel gevoel van ziek zijn.

Voldoende drinken is belangrijk. Soms een diarree remmer nodig. ORS bij uitdroging

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Brandend maagzuur
Met brandend maagzuur of zuurbranden wordt het te vaak terugstromen van zure maaginhoud in de slokdarm bedoeld.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag / huiswerk

Maak hoofdstuk 3.10
Opdracht 18 
Maak hoofdstuk 3.12  
Opdracht 20 en 21

Slide 31 - Tekstslide