Ik heb een heel groot oppervlak, waardoor ik zoveel mogelijk voedingsstoffen aan het bloed kan afgeven.
Slide 22 - Tekstslide
Dunne darm
Slide 23 - Tekstslide
Ik neem bijna al het water en de laatste mineralen op vanuit de voedselbrij
Slide 24 - Tekstslide
Dikke darm
Slide 25 - Tekstslide
Ik zit tussen de dikke en dunne darm in, ik heb ook het wormvormig aanhangsel.
Slide 26 - Tekstslide
Blinde darm
Slide 27 - Tekstslide
Ik ben een sluitspier aan het einde van de endeldarm, bij mij verlaat de ontlasting het lichaam.
Slide 28 - Tekstslide
Anus
Slide 29 - Tekstslide
Wanneer de voedselbrij in de endeldarm komt, is het veranderd in mij. De voedselbrij is een stuk steviger en dikker geworden. Ik word ook wel poep genoemd.
Slide 30 - Tekstslide
Ontlasting
Slide 31 - Tekstslide
Ik ben het laatste orgaan van het verteringsstelsel, ik sla de ontlasting op voordat jij moet poepen.