Paragraaf 9.1 en paragraaf 9.2

HOE IS HET ALLEMAAL
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ
1 / 30
volgende
Slide 1: Poll
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HOE IS HET ALLEMAAL
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 1 - Poll

Slide 2 - Woordweb

POLITIEKE PARTIJ

Slide 3 - Woordweb

OP WELKE POLITIEKE PARTIJ STEM JIJ
CDA
VVD
PvdA
D66
ChristenUnie
GroenLinks
SGP
Forum voor democratie
55 plus
Partij voor de Dieren

Slide 4 - Poll

9.1 De Nederlandse staat 
  • Het is een  gemeenschap van (burgers)
  • De mensen bewonen een bepaald grondgebied 
  • Er is een bepaald gezag dat over de burgers heerst namelijk de regering. 

Slide 5 - Tekstslide

9.2 Onze vertegenwoordigende lichamen 
  • Gemeentebestuur
  • Provinciebestuur 
  • Landbestuur 
  • Europese regerin  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Gemeentebestuur
Provinciale staten
Tweede en Eerste Kamer
Europese Unie
Staatsinrichting
Gemeentelijke overheid
De provinciale overheid
Landsbestuur
Europese regering

Slide 8 - Sleepvraag

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Gemeentebestuur
Provinciale staten
Tweede en Eerste Kamer
Europese Unie

Slide 9 - Sleepvraag

Staatsinrichting
Gemeentelijke overheid
Provinciale overheid
Landbestuur
Europese regering

Slide 10 - Sleepvraag

De gemeentelijke overheid
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 11 - Quizvraag

Provinciale overheid
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 12 - Quizvraag

De inrichting van het bestuur van een staat (land)
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 13 - Quizvraag

Tweede en Eerste Kamer
A
Staatsinrichting
B
gemeentebestuur
C
provinciale staten
D
landsbestuur

Slide 14 - Quizvraag

Gemeentelijke overheid, het landsbestuur en de Europese regering zijn de bestuurslagen van de Nederlandse staatsinrichting.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Een ander woord voor regering is een kabinet.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Hoofd (= leiding) van de gemeente.
Voorzitter van de gemeenteraad.
College van burgemeester en wethouders.
Koning en de ministerraad (oftewel de regering).
Gemeenteraad
Burgemeester
College van B&W
Kroon

Slide 17 - Sleepvraag

Regering zonder de koning.
Hoofd (=leiding) van de provincie.
Voorzitter van de Provinciale Staten.
Mensen die zich bezig houden met de dagelijkse leiding van een provincie.
Kabinet
Provinciale staten
Commissaris van de koning
Gedeputeerde

Slide 18 - Sleepvraag

Commissaris van de koning
A
Regering zonder de koning.
B
Hoofd (=leiding) van de provincie.
C
Voorzitter van de Provinciale Staten.
D
Mensen die zich bezig houden met de dagelijkse leiding van een provincie.

Slide 19 - Quizvraag

Provinciale staten
A
Regering zonder de koning.
B
Hoofd (=leiding) van de provincie.
C
Voorzitter van de Provinciale Staten.
D
Mensen die zich bezig houden met de dagelijkse leiding van een provincie.

Slide 20 - Quizvraag

kabinet
A
Regering zonder de koning.
B
Hoofd (=leiding) van de provincie.
C
Voorzitter van de Provinciale Staten.
D
Mensen die zich bezig houden met de dagelijkse leiding van een provincie.

Slide 21 - Quizvraag

Gedeputeerden
A
Regering zonder de koning.
B
Hoofd (=leiding) van de provincie.
C
Voorzitter van de Provinciale Staten.
D
Mensen die zich bezig houden met de dagelijkse leiding van een provincie.

Slide 22 - Quizvraag

Regering zonder de koning.
A
kabinet
B
Provinciale staten
C
Commissaris van de koning
D
Gedeputeerden

Slide 23 - Quizvraag

WAT VOND JE VAN DEZE LES:
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 24 - Poll

WAT VOND JE VAN DE UITLEG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 25 - Poll

HUISWERK DEZE WEEK
Maken 9.1 DE NEDERLANDSE STAAT EN 9.2 ONZE VERTEGENWOORDIGENDE LICHAMEN
-> Toepassingsvragen uit het boek
-> Lessen up
-> Lessen up oefentoets
(de oefentoets moet ook aan het eind van de paragrafen krijg je een oefentoets van heel hoofdstuk 7 en heel hoofdstuk 8 om te leren) 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

ZIJN ER NOG VRAGEN?

Slide 30 - Woordweb